The grass grows by itself

Date 20 juli 2019

Afgelopen week hebben we een paar dagen bij Piet en Mary gelogeerd. In Leiderdorp, waar alleen een jaagpad hun huis van de Oude Rijn scheidt. Ik leerde Piet een kleine veertig jaar geleden in Poona kennen, waar we kamergenoten waren en heel veel met elkaar optrokken. Lezingen van Bhagwan in de Buddha Hall, waar we ook meditaties deden. Therapiegroepen. Darshans in het Chuang Tzu Auditorium. Sigaretjes roken in de Smoking Temple. Sannyas met Bhagwans duim op je derde oog. Terug uit Poona ging ik vaak bij Piet logeren. Hij had toen nog zijn praktijk aan huis en rookte rustig door tijdens consulten. Bij hem raakte ik verslaafd aan zijn computer – heel primitief allemaal want MS-DOS was nog niet eens uitgevonden. Het huis heeft altijd vol gestaan met spullen, want Piet is een echte knutselaar. Dat laatste is, nu hij vanwege zijn ouderdom wat minder mobiel is, alleen maar erger geworden. Nu is hij bezig met allemaal Tesla-spullen waar ik niks van snap. Elektriseermachines en zo. Ook moesten we zijn zolder zien, en die was volgebouwd met allemaal werktafels met gereedschap waarvan ik nauwelijks weet waar het allemaal voor dient.

Een echte knutselaar. Ook met zijn eigen lijf, maar alleen het woord natriumbicarbonaat is me bijgebleven. Hij vertelde prachtige verhalen over wat hij allemaal in de medische zorg heeft meegemaakt, de laatste jaren dus meer aan de passieve dan aan de actieve zijde. Dat zouden prachtige radiopraatjes geweest kunnen zijn. De meeste werkingen van medicijnen zijn bijwerkingen, bedacht ik achteraf, samenvattend. De ene specialist weet echt niet wat de andere specialist doet, en zo heeft hij wel meer kritiek op de hedendaagse medische wereld. Maar hij vertelt er vrolijk en mild over. Bij Bhagwan hebben we geleerd alles een beetje van een afstandje te bekijken en niet te serieus te nemen, vooral jezelf. We hadden mooi weer meegenomen en zijn die dagen het huis niet uit geweest omdat we in de tuin zaten, of op een bankje in een groenstrook naast het jaagpad dat ze zelf hadden neergezet. Piet genoot duidelijk van onze komst, leefde figuurlijk maar ook letterlijk helemaal op. Zoals we daar zaten moest hij aan Poona denken. Daar leerden we ook dat het ‘doen’ vaak iets van het ego is dat alles onder controle wil houden, waarbij we de woorden van zenmeester Zenerin vergeten.

Sitting silently
Doing nothing
Spring comes
And the grass grows by itself

Bhagwan troostte ons vaak met de geruststelling dat we uiteindelijk, ondanks ons ploeteren en vechten, toch in de oceaan zullen terugkeren. Verlichting is onvermijdelijk. Kennelijk brachten we met onze komst iets van de sfeer van Poona met ons mee. Poona zoals dat was in de jaren zeventig-tachtig. Ook Mary is daarvan onder de indruk, en ze houdt zich bezig met het brengen van gnostiek in de kerk. Ze snapte niet dat een dominee niets wilde weten over de geschriften van Nag Hammadi, of van Jacob Slavenburg en anderen die ons inziens toch beter zijn in het blootleggen van de essentie van het christendom dan de meeste dominees. Ze snapte ook niets van de dakkapellen die Piet op zijn 20 graden schuine dak wil hebben, maar het was niet de eerste keer dat ik onenigheid tussen die twee heb meegemaakt. Ware liefde gaat niet alleen over rozen maar ook over doornen. Hun huis ‘Helena’ heb ik vaak ‘Huize Chaos’ genoemd en als ik Piet vroeger wel eens belde nam hij op ‘met swami Anand Idioot.’ Maar ik hou soms best van chaos. En ook van idioten.

Ik heb natuurlijk ook mijn boek meegenomen, wat Mary fantastisch leek, maar of zij er zo over zal blijven denken is afwachten. Want niet iedereen is gecharmeerd van mijn u- en/of dystopische wereld waarin van het sterven een vrolijk feestje wordt gemaakt. De mooie dagen werden ook nog verlevendigd door Spooky en Ghost, twee jonge katjes die op het ene moment met elkaar aan het vechten waren en op een ander moment als yin en yang in elkaar gekruld op een kussentje lagen te slapen. Soms wisten ze het jaagpad te bereiken zodat ik vroeg waar een schepnet was, en met colonnes voorbijvarende boten vond ik dat ook wel eng. De eerste nacht heb ik weinig geslapen in de omgebouwde wachtkamer. Het tweepersoonsbed was aan de smalle kant zodat ik Vriend teveel wakker hield. Het donsdek was te warm en er kwam veel te veel licht vanaf buiten en de gang. En half wakker trachtte ik me steeds iets concreets voor te stellen bij de formule V = I x R. Moeilijk! Begin jaren tachtig heb ik heel vaak heerlijk geslapen in dit huis, ja, zou ik daar wel willen wonen. Zo ben ik verliefd op een huis met alles wat zich daar heeft afgespeeld en wat erin zit – inclusief Piet en Mary. Ik was toen zelfs nog getuige van hun huwelijk. Jammer dat hun zoon Hans niet langskwam, die ik nog over de vloer zag krabbelen en nu misschien niets liever wil dan op Mars rond te scharrelen. Die planeet is zijn hobby en daarvoor ontwikkelde hij het wetenschappelijke spel Cerberus waaraan je nog steeds mee kunt doen.

Vriend en ik stonden blij en lang met Piet te huggen bij het afscheid. Hij bleef lang met zijn rollator in de voordeur staan toen we vertrokken. En steeds even wuiven. En dan nog eens opnieuw wuiven. En nog een keer omkijken en wuiven. Alsof het de laatste keer zou kunnen zijn. Dank je wel, Piet en Mary! The grass grows by itself.

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites

Reageer

XHTML: Je kan deze tags gebruiken: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>