Terug naar Strandvliet

Date 21 februari 2024

Hoe kijk ik nu terug naar mijn zeven jaar geleden geschreven absurdistische roman Strandvliet? Een Amerikaanse vriend noemde het cult fiction ofwel een verhaal dat niet voor een groot publiek is weggelegd. In dit geval omdat het over kannibalisme gaat. Dat is niet een populaire hobby zodat menigeen er zelfs niet eens stiekem in durft te bladeren. Ik ben al blij als er hier en daar een exemplaar van wordt gekocht en Amazon me dan een paar euro stuurt omdat er ergens een Engelstalige versie is gekocht. Die vertaling heeft me een smak geld gekost, maar ik had wel iemand die met me meedacht. Hoe zou het voor haar geweest zijn om te lezen? Hoe pervers en weerzinwekkend is mijn allegorische verhaal eigenlijk?

“Dit is literatuur!” schreef schrijver Gaby den Held in een recensie. “De hoofdpersonen zijn bijna zonder uitzondering sympathiek, waardoor de vermeende gruwelijkheid van het kannibalisme op de achtergrond raakt. Ook alle rituelen zijn zo liefdevol beschreven dat je er helemaal in meegaat. Het verhaal leest bijzonder vlot en heeft de sfeer van een spannend jongensboek.” Zo was het ook bedoeld. Mijn soulmate Maria moest denken aan een sfeer zoals die vroeger in Osho’s commune was. Het staat me niet bij dat sannyasins elkaar daar in Poona vrolijk hebben opgegeten, maar ik kan me daar toch wel iets bij voorstellen, want ook daar wordt de dood gevierd.

“De schrijfstijl is heel vlot, heel beeldend en filmisch. (Niet altijd een cadeau),” schreef een mij onbekende op de boekensite Hebban. “Het verhaal zit wel heel goed ineen waarbij elk hoofdstuk afgewisseld verteld wordt door een paar personages.” Ik vind het leuk dat hij of zij het ‘filmisch’ noemde, want zo is Strandvliet ook ontstaan. Alsof ik niets anders deed dan in een flow een film opschrijven die zich voor mijn geestesoog afspeelde. Achteraf valt me op dat ik de fysieke kenmerken van de personen in het boek, in tegenstelling tot veel romanschrijvers, nauwelijks beschreef. Alsof die vanzelf wel oprijzen uit hun woorden en daden. En ja, ik vind iedereen in het verhaal aardig, alsof het vrijwel allemaal een soort lieve hippies zijn. Maar het staat me niet bij dat hippies elkaar vrolijk hebben opgegeten tijdens Woodstock of zo.

Ik noem het een allegorisch verhaal, want waar gaat het in een diepere laag over? Over het versmelten van seks, dood en spiritualiteit. In seks willen mensen met elkaar versmelten en kannibalisme is de ultieme uiting daarvan. Zoals Salvador Dali zei: “Kannibalisme is een van de meest voor de hand liggende uitingen van tederheid.” En let maar eens op de taal die vrijende mensen soms uitslaan, zoals “Ik zou je willen opvreten!” De dood, of correcter gezegd het sterven zien wij vrijwel altijd als iets verschrikkelijks, terwijl je het ook kan omarmen. Want ik heb de indruk denk dat we daarnaar ook kunnen verlangen, niet als vlucht voor pijn en verdriet maar als smachten naar het mysterie, naar een willen verdwijnen om weer één te worden met de Natuur, God of hoe je het ook noemen wilt. Romantici weten daar alles van.

In sommige Oosterse spirituele kringen geeft sterven de ideale gelegenheid om verlicht te raken. Lees het Tibetaanse Dodenboek er maar op na. De enige voorwaarde is bewust te blijven, en je niet te laten afschrikken of verleiden door alle prachtige en afschuwelijke psychedelische taferelen die zich aan je voordoen. Als je dit overleeft hoef je niet meer opnieuw te incarneren. Osho verwonderde zich er wel eens over dat mensen blij zijn met geboorten en treuren bij sterfgevallen. Want bij het eerste komt er wéér terug omdat die nog een en ander moet leren, terwijl bij het laatste zich een mogelijkheid tot verlichting voordoet. Wat er dan te leren valt waarvoor die incarnaties nodig zijn? Loslaten van jezelf, van je lichaam, je gedachten, je gevoelens, van je ego dat denkt een zelfstandig bestaan te leiden terwijl je eigenlijk allang één bent met het Al, het Bestaan of hoe je het ook noemen wilt. Een ik is eigenlijk een fictie, het toppunt van virtual reality.

We zijn echter niet allemaal even ver op dat spirituele pad. Sommigen zijn newbies die hier pas komen kijken, nieuwe zielen. Anderen zijn oude zielen die al vele levens achter zich hebben en het een beetje moe worden allemaal. Steeds weer opnieuw je veters leren strikken, de tafel van 7 moeten leren, problemen hebben met geld, verliefdheden en ziektes, terwijl je weet dat alleen verlichting je kan verlossen, het loslaten van alle identificaties met wat dan ook. Zo bekeken is sterven ook iets waar je je op kunt verheugen. En dat doen de jongeren in Strandvliet dan ook. Geofferd en opgegeten worden is de ultieme wens van deze oude zielen. En het vieren daarvan moet je niet uitstellen tot je oud, aftands en seniel bent, maar bij vol en helder bewustzijn.

Zo heb ik seks, sterven en spiritualiteit onder de paraplu van kannibalisme moeiteloos aan elkaar gekoppeld. Satyamo kennende kan dat niet zonder lichtheid en humor, want serieusheid laat geen ruimte voor speelsheid. In de apotheose van het boek is de dood niet iets wat ons scheidt, maar wat ons juist verbindt. Ik heb ook zelf veel geleerd van mijn roman. Het durven schrijven ervan had op mij een helende werking, en ik ben nog steeds dankbaar voor de inspiratie die ik ontving. Ik vind het, hoewel ik nu best wat kleinere dingetjes zou veranderen, nog steeds een mooi verhaal. Wij van Strandvliet adviseren dan ook Strandvliet.

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites

Reageer

XHTML: Je kan deze tags gebruiken: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>