Uilenstede 198

Date 8 november 2010

Eind 1968 werd de eerste hoogbouw-studentenflat van Uilenstede in Amstelveen opgeleverd. Op 15 november namen wij bezit van eenheid 198 op de zevende verdieping. Veertien luxe kamers die honderd gulden per maand kostten. Maar je had dan wel je eigen douche, wastafel en toilet, een boekenkast, een bureau, een bed, gordijnen en centrale verwarming. En draadomroep. De keuken en de telefoon waren gemeenschappelijk. Pure luxe in die tijd. Afgelopen zaterdag waren we opnieuw bij elkaar en voor velen van ons is het alsof de tijd heeft stilgestaan. Indertijd aan het begin van een studerend en werkend leven, nu aan het eind ervan. Velen zijn inmiddels grootvader en -moeder en diverse ouderdomskwaaltjes steken de kop op, maar niemand van ons voelt zich echt oud. Vragend naar de ware leeftijd van elkaar hoorde ik iemand zichzelf 35 schatten terwijl ik voor mezelf op 20 uitkwam. Wat eigenlijk al oud is, als je je realiseert dat volgens Jonathan Franzen van de roman Vrijheid iedereen eigenlijk 15 wil zijn. In tegenstelling tot de laatste mode zijn we die puberleeftijd ontstegen, want wij geloven nog in fatsoen, verantwoordelijkheid en dat soort ouderwetse aangelegenheden.

Daar zaten we dus in Lelystad bij elkaar. Slechts één bewoner van vroeger liet het afweten. Twee jongens van de afdeling zijn met elkaar blijven optrekken, en een jongen en een meisje zijn later met elkaar getrouwd, en zeven anderen kwamen met hun partner. Ofwel 14 – 1 + 7 = 20 mensen die het uitstekend met elkaar kunnen vinden en net als ik genieten van een vertrouwd gevoel van thuis zijn bij elkaar. En dat ondanks alle verschillen tussen ons: een dominee in emeritaat, een longarts die nog werkt, iemand die in de reclassering heeft gezeten, een fotograaf, een huisarts die ook aan antroposofie deed, een lerares Nederlands, een hydrogeograaf, een gynaecoloog, een uitgever, een ex-bibliothecaris, een psychologe, een jurist, een schrijver en wat niet al… En eh… ja wat ben ik eigenlijk? Lastig uit te leggen, maar dat was vroeger ook al zo geloof ik. Wel werd ik herinnerd aan de marihuanaplant op mijn kamer die na mijn vakantie dank zij de goede zorgen van Casper tot het plafond was gegroeid – ik hing een beetje de hippie uit. Met bijbehorende muziek zoals Pink Floyd, wat door mijn buurman niet altijd werd gewaardeerd want studenten geneeskunde kwamen soms al uit hun bed toen ik er in ging. ‘Goeiemorgen!’ ‘Welterusten!’

Met een groepje bezochten we Batavia Stad, waar we een groepsrondleiding kregen en ook het schip de Batavia van binnen bekeken. Dat had ik een paar jaar geleden ook al met Vriend gedaan, dus ik was gewaarschuwd voor de lage dekken waar je steeds gebukt moet rondlopen om zonder al te veel builen op je kop weer aan wal te komen. We gaan nog steeds met elkaar om als vroeger. ‘Kom op, we gaan de slaafjes zoeken,’ grapte Gert toen we in het schip afdaalden. En ik verwonderde me opnieuw over hoe zo’n driehonderd mensen maanden lang op zo’n schip konden samenleven, en wat voor watjes we inmiddels geworden waren met alle bescherming van medische, materiële en sociale zorg om ons heen. Niet dat dat nog lang zal duren als het aan het huidige kabinet ligt, maar toch… Je was maanden van huis, afhankelijk van wind en weer, ziektes, zeerovers, muiterijen, lijfstraffen en wat niet al, en je was nooit alleen in een moment van stilte. ‘Onze ouders werden nog wakker in koude kamers met ijsbloemen op de ruiten!’ riep ik. Ja, wij babyboomers zijn een verwende generatie. Of beter gezegd: de eerste echt verwende generatie, want hoe hebben onze ouders niet naar ons verlangd in de eerste jaren na de oorlog! En wij maar vinden dat zij eens moesten ophouden met dat gezeur en getreur over de oorlog omdat het leven daar niet voor bedoeld was.

Met de Beatles en de Stones waren wij één en al positiviteit! Dat is ver te zoeken tegenwoordig, zo niet retro, verdacht en/of een linkse hobby. En napratend na het lekkere eten bleek ik niet de enige te zijn die huivert van de recente maatschappelijke ontwikkelingen. Het was echt opvallend zoals velen van ons op dezelfde manier tegen de huidige mislukte democratie aankijken, waarin degene die de meeste macht heeft de minste verantwoordelijkheid draagt. Ja, het is heel bijzonder dat mensen, die eind jaren zestig op een studenteneenheid bij elkaar woonden, tot vandaag de dag bij elkaar komen. En elkaar dan aankijken van: ‘Jij bent ook niks veranderd!’ en ‘Ja, wij weigeren gewoon om te groeien!’ Het is een soort astrale band die we met elkaar hebben. Indertijd al gesmeed door vaak met elkaar op te trekken ondanks de verschillen in smaak, in politieke opvattingen en diverse ruzies en spanningen rond gejatte eieren, niet genoteerde telefoontikken en gebruik van kookplaatjes. Eigenlijk hebben we elkaar en de wereld zonder het te weten een lesje gegeven in houden van elkaar. Hoewel ik het niet over zou willen doen, denk ik nog altijd graag aan die jaren. Niet als heimwee naar een mooi verleden, maar als iets dat er nog steeds levend aanwezig is. Dat maakt me dankbaar en blij.

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites

1 reactie op “Uilenstede 198”

  1. hoisankillodo zei:

    Ja, waarschijnlijk dus het is

Reageer

XHTML: Je kan deze tags gebruiken: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>