Leve het ambacht!

Date 9 november 2009

In de Kamerkrant van de Kamer van Koophandel is deze maand een artikel over het ambacht te lezen. Mensen die werk met hun handen doen. Volgens Wikipedia kan je daarbij denken aan zeven branches: voeding, productie, uiterlijke verzorging, gebouwverzorging, medische hulpmiddelentechniek, reparatie van consumptiegoederen en de bouw. Daarin zijn in ons land circa 900.000 mensen, ofwel 12% van de beroepsbevolking, werkzaam. Tegelijk bestaat 26% van de Nederlandse ondernemingen uit 210.000 ambachtelijke bedrijven, zodat daar gemiddeld maar de helft van het aantal mensen werkt als in alle ondernemingen. Kleinere bedrijfjes dus, en daar is niks mis mee. Wat mij betreft heeft de grootschaligheid zijn beste tijd gehad, omdat steeds duidelijker wordt dat die de oorzaak is van de onhanteerbaarheid en onbestuurbaarheid waaraan wellicht onze hele cultuur nog eens te gronde gaat. ‘Ga terug naar Dorpsstraat (Ons Dorp)’ is nu de kaart die aan de beurt is.

Want daar is, net als hier in Oldegeppel, het ambacht te vinden. Ook een computerzaak trouwens, maar volgens Wim Hooijmans van het Hoofdbedrijfschap Ambachten mag dat: ‘Oude ambachten als klompenmaker en touwslager zijn verdwenen, maar daarvoor in de plaats zijn nieuwe ambachten gekomen als webdesigner en pc-reparateur.’ Gelukkig maar, want het zou niet best zijn als het ambacht zou verdwijnen. ‘Ambachtelijk werk wordt ondergewaardeerd in de moderne wereld met zijn massafabricage,’ zegt Hooijmans. ‘Het begint al op de basisschool met de Cito-toets. Daar wordt vooral kennis gemeten en geen handvaardigheid (…) Met het talent om met de handen te werken, ben je een loser. Maar ouders en scholen zien dat vaak anders. ‘Als het met je hoofd niet kan, ga dan maar iets met je handen doen,’ zeggen ze vaak. Terwijl er met je handen heel veel mooie beroepen mogelijk zijn.’ Hij pleit voor meer vakbekwaamheid en ziet het liefst een opleidingstelsel naar Duits voorbeeld, waar je achtereenvolgens leerling, gezel en meester kan worden. ‘Ondernemers moeten vooral bezig zijn met de kwaliteit van hun bedrijf,’ zegt hij verder omdat ambachtsmensen heel gepassioneerd met hun vak bezig zijn. Wat me doet denken aan een verhaal in de komende wei & hei over een stratenmaker die helemaal in zijn vak opgaat.

Mensen met een ambacht zijn relatief vaak eigen baas. ‘Ze zijn dan zolang bezig met andere zaken, dat ze te weinig tijd aan hun vak kunnen besteden,’ vertelt Hooijmans. ‘Dat betekent niet dat we zeggen dat een bedrijf moet groeien. Integendeel. De ambachtsman moet vakmanschap en ondernemerschap zó combineren, dat hij maximaal bezig kan zijn met de uitoefening van zijn vak, maar dat hij tegelijkertijd zorgt dat zijn toekomst verzekerd is.’ Dat is de spijker op zijn kop. Want ook ik ervaar als zzp’er dat ik veel te veel tijd kwijt ben aan overhead, aan niet-productief zijn. Zoals het bijwerken van de boekhouding en aan diverse administratieve verplichtingen voldoen. Aan reclame, mailings en e-mail. Aan het buiten de deur, telefoon, fax en e-mail houden van opdringerige medeondernemers. Dat houdt me allemaal af van het echte werk, wat volgens mij altijd iets ambachtelijks is.

Echt werk betekent iets maken met hart en ziel. Iets maken met liefde. Iets maken waar je van houdt. Iets maken met aandacht en daar de tijd voor nemen. Dan heeft het kwaliteit. Ik ben er heilig van overtuigd dat voedsel dat mechanisch wordt geproduceerd minder kwaliteit heeft dan voedsel dat met liefde en aandacht verzorgd is geweest. Dat een auto die met liefde in elkaar is gesleuteld het beter doet dan eentje die van de lopende band rolt. Dat een met idealisme ontwikkeld besturingssysteem voor de computer beter werkt dan eentje dat alleen uit commercieel oogpunt is ontworpen. Liefde bezielt materie, en daarom is ambachtelijk werk altijd te prefereren boven massaproductie. Dat laatste lijkt goedkoper, maar is door gebrek aan kwaliteit uiteindelijk duurder. Ja, goedkoop is duurkoop!

Overigens betekenen de bovengenoemde getallen dat 82% van de beroepsbevolking geen ambachtelijk werk doet. Wat de vraag oproept wat die 7.500.000 mensen dan wel doen. Ik denk dat ze bezig zijn met bezig zijn, met tijd doden, met geld verdienen, met graantjes meepikken van wat de ambachtslieden maken. Bijvoorbeeld door zich als vertegenwoordiger of manager op te werpen. Tot op zekere hoogte is daar niks mis mee, maar dat is toch een beetje uit de hand gelopen. Belastingen en administraties zijn zo ingewikkeld gemaakt dat kolossale kantoorgebouwen gevuld worden met mensen die dat allemaal al dan niet begrijpen, en anderen weer daarmee helpen. Eigenlijk zou 82% van de beroepsbevolking een ambacht moeten uitoefenen en zouden die overhoofdige beroepen maar 18% moeten uitmaken. En niet omgekeerd, zoals nu het geval is. Ik denk dat het heel goed zou zijn voor productie, economie én welzijn als er veel minder managers waren. Die hebben zich veel te veel macht toegeëigend, zoals je dat ook ziet bij de schoolbesturen die inmiddels het halve onderwijs naar de klote hebben geholpen. Als mensen geen vak leren, niet iets hebben waar ze hun hart en ziel in kunnen leggen, gaan ze rare dingen doen. Gevaarlijke dingen zelfs.

‘Veel minder zelfstandige winkels,’ kopt een ander artikel op dezelfde pagina van de Kamerkrant. ‘Vakbekwame zadelmakers met uitstreven bedreigd,’ zegt een verhaal ernaast. Waarom mensen allemaal zo nodig zo hard en veel moeten werken, is me al niet duidelijk. Maar als ze dan gaan werken, waarom maken mensen dan systematisch de verkeerde keuzes? Het lijkt het kabinet Balkenende wel!

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites

Reageer

XHTML: Je kan deze tags gebruiken: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>