Klaas-Jan van Velzen – Holistische psychotherapie

Klaas-Jan van Velzen: Holistische psychotherapie. Ankh-Hermes, gebonden, € 29,50

In dit boek van Klaas-Jan van Velzen maken we kennis met wellicht de oudste geneeskunst, want de ayurveda bestaat al zo’n 5000 jaar. Hierin wordt de eenheidservaring als de sterkst helende kracht beschouwd. Maar het ik-besef verstoort deze ervaring en staat heelwording in de weg. Omdat in het Indiase denken de eenheid van al het zijnde centraal staat, zien we het holisme als een rode draad door dit boek lopen. De mens is een geheel, wiens wezenlijke atman zich omhult met vijf voertuigen of kosha’s, waarmee hij zich in onwetendheid vaak identificeert, vergetend dat hij eigenlijk atman, zo niet het universele brahman is. Het zijn deze kosha’s die de indeling van het boek bepalen.

Het eerste deel over het voedsellichaam gaat voornamelijk over de ayurveda, die drie dosha’s of basiskrachten onderscheidt: vata (beweging), pitta (transformatie) en kapha (samenhang), die met elkaar in evenwicht horen te zijn. Ook zien we de tien paren van tegenstellingen en de vijf elementen, die samenhangen met de zintuigen. Als diagnostisch instrument keren deze dosha’s, tegenstellingen en elementen regelmatig terug in het boek. Herstel van onbalans kan op veel manieren. In de voeding wordt gestreefd naar een evenwichtige verdeling van smaken, maar ook wordt ingegaan op de dagelijkse reiniging, gebruik van kruiden, vasten, lichaamsbeweging en massage.

Het tweede deel over het energielichaam behandelt de levensenergie prana en de aura, waarbij uitgebreid op de chakra’s wordt ingegaan. Hier gaat het om het door yogahoudingen reinigen van energiekanalen en bevrijden van geblokkeerde prana. Met vanzelfsprekend veel aandacht voor de adem als middelaar tussen lichaam en geest.

De derde kosha is het zintuiglijk bewustzijn, beheerst door manas, het instrumentele denken dat de zintuigen coördineert en de motoriek aanstuurt. Hier zien we hoe ieder zijn eigen werkelijkheid creëert en zelf verantwoordelijk wordt voor zijn veranderingsproces. Centraal staat de kalmering van het opgewonden zintuiglijk bewustzijn, door o.a. ontspanningsoefeningen, leefstijladviezen, visualiseren, werken met helende beelden, communiceren met pijn en kruidentherapie.

Het vierde deel behandelt het zelfbewustzijn, waarvan buddhi, het vermogen tot abstraheren en intuïtie, het beginsel is. Omdat een mens geneigd is om zich te identificeren met zijn waarnemingen, vernauwt zijn ‘ik ben’ zich maar al te snel tot ‘ik ben dat’ en vergeet hij zijn eigen pure bewustzijn. Verwarring, begeerte en boosheid verstoren zijn helderheid, die herwonnen wordt door hervinden van de harmonie in zichzelf, het uitbeelden van tegenstellingen, met lichaamsgevoel en met mudra’s, handgebaren.

Tenslotte ontwaakt in het laatste deel de vijfde kosha: het spiritueel bewustzijn, waar het gaat om een directe ervaring van het eigen wezen als volmaakt bewust-zijn. Om zich hierin te vestigen worden de vijf niyama’s beoefend, die door Patanjali in de Yogasutra’s beschreven worden: zuiverheid, tevredenheid in acceptatie van al wat is, inzet, afstemmen op het Zelf (atman) en toewijding.

Bedolven onder zo’n rijkdom aan informatie over de wezenlijke dingen waar het eigenlijk om gaat, is het vrijwel onmogelijk om dit boek in een bespreking niet tekort te doen. Wel doet de schrijver zichzelf tekort door zich in de titel van het boek te beperken tot psychotherapie. Want het gaat over veel meer dan dat. Het beschrijft de vele wegen tot heelheid in de mens in al zijn voertuigen. En gaat zelfs nog een stap verder, opdat hij zich met niets van dit alles identificeert om als puur bewustzijn één te worden met zijn bron en bestemming.

De Kaarsvlam, september/oktober 2005

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites