Sacrificed

Date 26 november 2022

Voor het digitaliseren van 8mm-filmpjes ging ik graag naar Autofocus in Bussum. Het amateuristische speelfilmpje Sacrificed uit 1973 als laatste. Want ik huiverde voor het meekijken wat noodzakelijk is voor het omzetten van analoog naar digitaal, voor de blikken die de man me zou toewerpen als ik het mp4-bestand ging ophalen. Hij gaf toe dat het wel een merkwaardig filmpje was. Snel betalen en wegwezen om het thuis na zo’n veertig jaar weer eens te bekijken. Stiekem. Spannend! Hoe heb ik in godsnaam die twee kunnen overhalen om mij te offeren op een zolder ergens in Rotterdam Charlois? Daar lig ik in het halfduister vrijwel bloot met haar te vrijen. Lig ik later tussen kaarsjes gebonden op de vloer waarbij heet vet op mijn buik wordt gedruppeld. Word ik vervolgens door haar met een zweep bewerkt, waarna ik tenslotte bloederig aan mijn polsen hang te bungelen en ze langzaam mijn keel doorsnijdt. Tomatenketchup en zo. Halloween in april.

Al met al inderdaad iets anders dan een vakantiefilmpje. Maar nu nog de montage. Snijden en plakken. Ik had ook een wit masker gefilmd dat we op de dakrand van het huis hadden gelegd, waaroverheen ik een simpele titel en aftiteling had gefilmd. Ik fietste ook nog even naar het Amsterdamse Bos voor twee shotjes van een seconde van een gesloten en een geopend hek – mijn stervensproces – en van een groene weide – aankomst in het paradijs. En er moest natuurlijk muziek bij, zodat ik het liedje Sacrificed maakte over mijn verlangen om geofferd te worden. Het was nog geen geluidsfilm, dus dat moest ik er maar op de bandrecorder bij afspelen. Uiteindelijk gaf ik de première in mijn studentenkamer. Hoewel ik nog jaren lang niet echt openlijk over mijn duistere verlangens zou blijven, had ik er toen niet de minste moeite mee. In 1973 was gekte nog heel gewoon, daar deden weinigen moeilijk over. Ik genoot van mijn slachtofferrol en gooide alles gewoon op het filmdoek.

Het toppunt van amateurisme en klunzigheid, ook door alle krassen, stofjes en verkeerde belichting, maar de camera keek meestal wel aardig de goede kant op. Misschien dat Wim T. Schippers het wel zou waarderen. Het was ook prijzig voor mijn studentenportemonnee, zeker omdat het in kleur was. Alleen mijn ouders mochten het filmpje zeker niet zien. Dat ik homo was, was tot daar aan toe, maar dat hun zoontje dan ook nog eens geofferd wilde worden was waarschijnlijk een brug te ver. Terwijl er eigenlijk niets mooiers is dan geofferd worden. Maar leg dat je ouders maar eens uit. Jezus was daar heel goed in, en met hem vele heiligen, maar het is toch een beetje hoogmoedig om jezelf daarmee te vergelijken. Toch verheerlijken we slachtoffers, van Plato tot Oekraïense soldaten aan toe. En terecht, want zij geven hun lichaam aan iets wat veel belangrijker is dan dat ze zelf blijven leven.

Wellicht zijn deze fantasieën van mij een tikkeltje overmoedig, want ik betwijfel of ik dit in real life écht leuk zou vinden. Omdat het wel eens écht pijn zou kunnen doen. Misschien ben ik in een vorig leven eens geofferd of opgegeten. Wellicht leef ik pijnlijke herinneringen uit een vorige incarnatie maar zo speels mogelijk uit om het niet écht te hoeven voelen. Maar dat is allemaal gepsychologiseer en gespiritualiseer waar ik weinig mee kan. Maar ik had hoe dan ook het gevoel dat ik iets op het spoor was, alsof mijn lijf de ontvanger was van bepaalde archetypische taferelen. Ik voel dat tot vandaag de dag in mijn bloed zitten. Dat het verlangen naar seks, lichamelijke eenwording en dood diep met elkaar verbonden zijn. ‘Om op te vreten,’ zag ik laatst als commentaar bij een foto van een pasgeboren baby. En luister eens naar de kreten van klaarkomende mensen!

Het orgasme wordt niet voor niets wel de ‘kleine dood’ genoemd en zou een oefening in sterven kunnen zijn. In mijn roman Strandvliet is mijn beste vriend een enthousiaste beul, hoewel je hem passender een stervensbegeleider kunt noemen. Freud heeft het niet alleen over de levensdrift maar ook over de doodsdrift die ik zelf liever verdwijndrift noem. Osho heeft het sterven wel eens het grootste orgasme genoemd. Kortom, mensen hebben behoefte aan overgave, een ultieme ontspanning die zich bijvoorbeeld uit in seks, drugs en rock and roll. Maar dat is allemaal nog niet echte werk zolang je nog bang bent voor sterven en dood.

Jayden

Date 16 november 2022

Jayden woont in Tampa, Florida. Een stad die ik alleen maar kende van het liedje Tampa to Tulsa van de Jayhawks. Maar net als ik woont hij ook in Second Life, de metaverse avant la lettre. Sinds een maand of vier zijn we de beste vriendjes. Sterker nog, we zijn gewoon verliefd op elkaar. Ik wist niet dat mij dat nog eens opnieuw zou overkomen, maar wat doe je daartegen? Tijd dus om veel liedjes van The Beatles te beluisteren, vooral die van hun eerste albums. Je kent dat wel: ik kan niet zonder jou, ik wil altijd bij je zijn, jij bent de mooiste en de liefste. Zestig jaar terug in mijn geest, toen alles rozengeur en maneschijn zou worden. Ik kan net als toen weer heerlijk jaloers zijn en met een sigaretje gaan zitten mokken als ik even wat minder aandacht krijg. Tegelijk geloven wij beiden in de vrije liefde. En dat is maar goed ook, want ik ben niet de enige die Jayden leuk vindt, en Jayden is niet de enige die een oogje op mij heeft. We hebben onze eerste ruzie er inmiddels op zitten.

Robbie was mijn eerste vriendje, maar die komt wegens een tragische ziekte al vijf jaar niet meer in Second Life. Zijn vingers hebben niet meer de snelheid die voor het chatten en besturen van je avatar nodig zijn. We runden samen zo’n jaar of tien een van de meest geliefde disco voor gays, en sinds Robbie er niet meer was ben ik daar nog vijf jaar mee doorgegaan. Tot afgelopen zomer, want het werd tijd om daarmee te stoppen, een besluit dat ik niet zonder hem heb genomen, want we hebben nog steeds via e-mail contact met elkaar. Ik maakte voor de gasten een mooi digitaal herinneringsboek, en wij beiden vonden het leuk om daar ook een papieren versie van te laten maken. Grafisch Atelier Blaricum maakte daar een prachtig gebonden dik boek van. En waarschijnlijk het duurste boek dat Robbie en ik in huis hebben. Maar dat mag ook wel, want dierbare herinneringen zijn onbetaalbaar.

Jayden ken ik eigenlijk ook al langer. Want toen ik hem vijf jaar geleden voor het eerst ontmoette kregen we een fikse woordenwisseling waarna ik hem blokkeerde. Dat kan in Second Life, en dan zie of hoor je niets meer van die ander. Hij bestaat gewoon niet meer voor je. Nou ja, kennelijk niet helemaal want vier maanden geleden zag ik een vaag bekende naam ergens boven de struiken hangen. Even daarop klikken. O, iemand die ik geblokkeerd had! Toch eens kijken wie dat was. Blokkade opgeheven, en daar stond hij na jaren weer op mijn beeldscherm. Best een leuke aardige jongen die zich er al tijden over had verwonderd dat hij mij nooit zag en ik hem ook niet. Al snel herkenden we ons in elkaar als zwaar romantische vrije jongens die graag van stevige kinky spelletjes hielden – een combinatie die je niet overal tegenkomt. Soms kon hij heel indolent in een disco voor zich uit staan kijken, erover klagend dat niemand van hem hield en dat de wereld ruw en gemeen was, dat hij dood wilde.

Robbie had nooit depressieve buien, en het beste wat ik voor Jayden kon betekenen is gewoon bij hem te zijn en te blijven. Ik kom er steeds meer achter dat je daarmee mensen misschien wel de beste hulp biedt, niet met praten maar met zwijgen. Maar áls mijn nieuwe vriendje dan opleefde was de wereld te klein, dan bleek hij opeens een hele slimme jongen die in razend tempo van alles en nog wat deed en organiseerde, vol met initiatieven. Vroeger zou je zo iemand manisch-depressief noemen, tegenwoordig heet dat bipolair. Maar hoe herkenbaar als ik aan mijn eigen jonge jaren terugdenk! En ook dat hoort bij de romanticus. Hij organiseerde een huis voor ons waar we met vrienden vrolijke spelletjes konden doen, maar die plek werd al snel te klein dus wist hij een nieuw huis voor ons te vinden. En ik maar slepen met mijn spulletjes en katten. Tussendoor leer ik van hem nieuwe kneepjes van Second Life kennen, die ik verwaarloosd had omdat ik in mijn eigen bubbel van het runnen van de disco leefde.

Jayden noemt mij zijn verloofde. Want getrouwd zijn is net iets te beperkend voor de vrije liefde. Maar we vertrouwen elkaar wel, geven elkaar de rechten om met elkaars spulletjes te doen wat we willen, voor zover we die in ons huis hebben neergezet. We verwennen elkaar op elke mogelijke en onmogelijke manier. Het mooie van Second Life is dat je daar heel makkelijk soortgenoten kan vinden die net zo gek zijn als jij zelf. Heerlijk. Dank je wel, lieve Jayden, al was het alleen maar omdat je er bent.

Ik ben de liefde

Date 7 november 2022

Mijn moeder waarschuwde me voor Pim, op wie ik straalverliefd was. Ik trok veel met hem op, maar volgens haar zou hij alleen maar genieten van mijn adoratie, en mijn gevoelens nooit beantwoorden. Natuurlijk sloeg ik haar goedbedoelde raad in de wind. Toch had ze helemaal gelijk. Maar ook ongelijk, want het voelde alsof ze me mijn verliefdheid wilde afpakken. En mijn verliefdheid was belangrijker dan de onmogelijkheid ervan. Ik schreef liedjes over Pim. Hij trommelde graag op zijn bongo’s als ik met mijn gitaar ging zingen. Waaronder liedjes over hem. Het was een hopeloze liefde, maar toch was ik gelukkig met hem. ‘I am happy though I can’t get you,’ zong ik. ‘I am happy ’cos my love is true. Why shouldn’t I love to be happy with you?’ Het blije feit dat ik verliefd was, was al meer dan voldoende. ’l Amour pour l’amour.

Hoewel ik een goed stel hersens heb, ben ik in de liefde en vriendschap helemaal niet zo rationeel. Ze zeggen niet voor niets dat liefde blind is. Als ik van mensen hou doet het er minder toe of zij ook van mij houden. Ik voel me dan als een bloem die niet anders kan dan zijn geuren te verspreiden. Het ‘voor wat hoort wat’ vind ik verschrikkelijk. Als ik iemand een cadeautje wil geven heb ik geen zin om te wachten op een excuus zoals een verjaardag of Sinterklaas. Eigenlijk is het heel erg dat mensen dan wat terug willen doen, zich verplicht voelen. Omgekeerd kom ik zelf ook niet op het idee dat een balans tussen geven en nemen rechtgetrokken zou moeten worden. Ja, ik heb vaak niets teruggedaan toen anderen dat van mij verwachtten. Daarmee zou vriendschap tot berekening verworden, en verliest ze haar spontaniteit. Wordt ze onecht en hypocriet.

Ik ben trouwens niet alleen op mensen verliefd. Want ik hou ook van dieren, bomen en teddybeesten. Van onze trouwe Friese klok, van boeken en mijn gehoorapparaatjes. Graag geef ik ze allemaal en knuffel. Als ik mijn jas ophang geef ik hem een schouderklopje, net als mijn desktop na een dag gedane arbeid. Misschien ben ik wel de enige die wel eens zijn computermuis kust. Als ik de deur te hard dichtsla bied ik hem excuses aan. Alsof het een soort kunstwerken zijn, kan ik zelfs verliefd worden op netjes geschreven computerprogramma’s en wiskundige formules. Ik kan genieten van de kussen van een wervelende wind, me door woeste wolken laten omhelzen en een knipoog van de sterren beantwoorden Voor mij leeft alles. En mensen die een insect doodslaan zouden als straf zo’n beestje moeten repareren, dan ervaren ze meteen hoe ingewikkeld en ingenieus zo’n schepseltje in elkaar zit.

Diep in mijn hart ben ik nog steeds de puberale hippie die in een wereld leeft waarin iedereen lief en aardig voor elkaar is. Die niets wil weten van de zogenaamde harde realiteit. ‘Eerst zien dan geloven, wordt me vaak tegengeworpen. ‘Eerst geloven, dan zien,’ antwoord ik dan, overtuigd als ik ervan ben dat veel van de werkelijkheid uit geloof is geboren. Geloof, niet in de betekenis van het trouw volgen van heiligen en boeken, maar van het volgen van wat je ziel je influistert. Mijn ziel kan van alles houden, en dan stroom ik over. Nee, niet elke dag vierentwintig uur, maar regelmatig laat ik me er verstild door overspoelen. Dan ben ik de liefde. Dan is alles liefde.

Wintertijd

Date 28 oktober 2022

Hier zit ik dan voor de voordeur in mijn croptop en skinny jeans. Negentien graden. De winter lijkt ons een warm welkom te heten, en in deze dagen ben ik opeens minder bang voor een horrorwinter en de gasrekening. Vogeltjes kwetteren vrolijk, en voor me liggen de eerste afgevallen bladeren. Wel heb ik vorige week een halve kliko met eikels aan de straat gezet, want die boom is zo groot geworden dat zijn kroon nog net niet boven de dakgoot wuift. Ik zag een stripje waarin Snoopy met een naar beneden dwarrelend blad danst, dat hij met een keurige buiging bedankt als het uiteindelijk op de grond ligt. Zo kun je de stervende natuur ook vieren. Het wordt een warme Halloween straks.

Het voelt raar dat we straks de klokken weer een uurtje terug moeten zetten. Nou ja, dat doe ik steeds minder zelf, want ik geloof dat alleen maar mijn horloge en de Friese klok bijgestuurd hoeven te worden. Geen klokkendans meer zoals vroeger. Een uurtje extra om te slapen, maar dat komt goed uit, want daar kan ik nooit genoeg van krijgen. Mocht je wat gaten in dagen tegenkomen, dan zijn die van mij. Eigenlijk zou ik een winterslaap willen houden, maar onze samenleving is zo ingewikkeld geworden dat daar geen tijd en ruimte meer voor is. De winters zijn immers niet meer wat ze geweest waren. Een echte winter kan ik mooi vinden, in tegenstelling tot al dat natte en gure geblubber van tegenwoordig. Het liedje Things we said today van The Beatles herinnert me aan de winter van 1963, dat was een échte winter! Een foute herinnering, want dat liedje hoorde pas anderhalf jaar later het geluid. Luisterend naar het adagio van Schuberts strijkkwintet wandel ik door oneindige eenzame onstuimige sneeuwvelden. Zeg dus niet dat ik niet van de winter hou.

Eenzaamheid. Verlatenheid. Verdwaling. Dit op jezelf teruggeworpen zijn is voorwaardelijk voor creativiteit. Welke artiest heeft zijn creaties niet te danken aan zijn eigen gang door de donkere nacht van de ziel? Niet voor niets zijn onze grootste kunstenaars zelden normale mensen. ‘Ooit een normaal mens ontmoet? En, beviel het?’ stond in de jaren 70 op posters van de stichting Pandora te lezen. Normale mensen houden niet van eenzaamheid en zo, die hebben een hekel aan donkerte en stilte en stellen alles in het werk om die te vermijden. Die houden niet van de winter en doen er van alles aan om die te vermijden. Die zullen niet in de donkerte gaan wandelen om naar de heldere sterrenhemel te gaan kijken, maar gaan het thuis met familie en vrienden knus en warm maken. Met knallend vuurwerk moeten de stilte en de duisternis overschreeuwd worden. Zwarte vrijdagen, Sinterklaas en Kerstmis. Als het maar gezellig is. Juist al deze rituelen maken dat ik een hekel heb aan deze maanden en blij ben als het weer januari is.

In afwachting van de winter maken de Russen en Oekraīners zich op voor de Slag om Cherson. We houden de adem in. De meesten van ons hopen dat de laatsten winnen. Natuurlijk niet die narcistische idioot die zo brutaal was op een verjaardag van mij geboren te zijn. Het zal je pa maar wezen. Ik zie dat het daar in Oekraïne een graad of vijf kouder is dan hier. Voor dat land vind ik een zachte winter belangrijker dan voor ons. Opdat de komende maanden met de wintertijd een zege voor Oekraïne zal zijn. Dat daar vrede zal zijn als we over vijf maanden de klok weer een uur vooruit zetten.

Oekraïne

Date 17 oktober 2022

Ik nestel me in mijn warme donsdekentje. Zo’n tweeënhalf duizend kilometer verderop vallen bommen en slapen mensen in schuilkelders. Zij zijn hun leven niet zeker, en toch lig ik hier lekker warm. Elke dag denk ik aan Oekraïne, maar wat zou ik meer kunnen doen dan hun blauw-gele vlag uit te hangen, dan sympathie te tonen? Want we hebben te weinig ruimte om iemand onderdak te bieden, zoals een vriend die zijn tuinhuis heeft omgebouwd. Ik heb ook niet echt de leeftijd om op de trein te stappen en mee te gaan vechten. Er blijft weinig anders over dan dit volk veel sterkte toe te wensen en vierkant achter alle steun te staan. En niet te gaan mopperen over duurder gas, want dat is niet los te zien van onze steun aan Oekraïne. Ja, voor dat land zit ik zelf ook graag een beetje in de kou. Want het is natuurlijk van de gekke dat één iemand besluit een land plat te gooien omdat hij vindt dat het van hem is, omdat het ooit een deel van Rusland was. Dan kan Nederland wel België erbij willen hebben, of kan Italië op zowat heel Europa willen azen omdat dat ooit tot het Romeinse Rijk behoorde.

Ik ben diep onder de indruk van de volharding waarmee Oekraïne zijn land blijft verdedigen. Alleen over hun lijken kunnen Russen dat land krijgen, als er alleen nog maar een uitgestorven en platgebombardeerde ruïne van over is. Zoiets heb ik iemand – misschien was het Zelensky zelf – horen zeggen, en dat steelt mijn hart. Ik geniet van elke Oekraïense vlag die ik zie wapperen. Zelfs mijn lievelingsgroep Pink Floyd betoogt zijn steun, en wel met hun lied Hey Hey Rise Up met Boombox-zanger Andriy Khlyvnyuk. De rode viburnum zal zich weer oprichten. En als dat niet gebeurt, wat hebben Russen dan aan dat land als ze daar door iedereen gehaat worden? Wat heb je aan graan en een haven op door massamoord en vernietiging vervuilde grond? Zal daar niet altijd de geest blijven rondwaren van een dapper volk dat zich tot de laatste snik verdedigt zonder de agressor zelf aan te vallen? Dat Rusland de meedogenloze agressor is zal de meeste mensen nu wel duidelijk zijn. Sinds Poetin honderdduizenden mannen begon te rekruteren beginnen de Russen zelf ook vragen te stellen, want dan is het dodelijke front opeens dicht bij huis.

Rusland en het Westen. Het klikt al lang niet echt tussen die twee. Collectivisme tegenover individualisme, wat soms geassocieerd wordt met links tegenover rechts. Verheerlijking van de staat tegenover die van het individu. Collectivisme kan niet zonder onderdrukking van de vrijheid van mensen, en kan niet leven met wat de mens vrij zou kunnen maken, hen een eigen mening zou toestaan, hen godsdienstvrijheid zou geven. Zo leidt dat tot totalitaire staten waar geen persvrijheid bestaat en mensen bij voorkeur vanaf hun vroegste jeugd gehersenspoeld worden. Veel Chinezen vinden het nastreven van de Chinese Droom van Xi Jinping belangrijker dan hun eigen vrijheid en geluk. Maar hoe kan een land gelukkig zijn als de inwoners ervan dat niet zijn? Tegelijk is in het Westen ons geloof in individuele vrijheid doorgeslagen tot het decadente ‘ieder voor zich en God voor ons allen’ van het neoliberalisme, dat mede geleid heeft tot de klimaatcrisis waarbij het aantal slachtoffers in Oekraïne in het niet valt. Daarom geloof ik noch in collectivisme noch in individualisme, maar in een samensmelting tussen die twee.

Het is natuurlijk mooi als je je opoffert voor je land, zoals veel Oekraïners dat doen. Niet omdat je daartoe door een grote leider wordt gedwongen, maar omdat je vindt dat je grenzen in onacceptabele mate zijn overschreden. Ik heb daar diep respect voor. Patriottisme. Door de Amerikanen heeft dat woord een vieze smaak bij me gekregen, maar de Oekraïners leren me wat dat woord écht betekent. ‘Een volk dat voor tirannen zwicht zal meer dan lijf goed verliezen, dan dooft het licht,’ dichtte H.M. van Randwijk. Dan liever een koude winter. Ik nestel me dieper in mijn warme donsdekentje, dankbaar dat dit mij is gegeven en het zou blasfemie zijn om daar niet van te genieten, dromend van wapperende blauwe en gele kleuren.

Hoe Nandan in mijn leven kwam

Date 9 oktober 2022

Afgelopen vrijdag organiseerde de stichting Vrienden van Osho een bijeenkomst ter herdenking van Nandan, die op 15 januari is overleden. Ik heb vele jaren met hem opgetrokken in de wereld van sannyasins. Veel aanwezigen had ik al jaren, zo niet decennia niet meer gezien. Een dagje terug van weggeweest in De Roos in Amsterdam, waar ook ik een toespraak hield.

1984. Ik speelde met computers en wat is leuker dan een astrologieprogramma te maken? Maar hoe kon ik weten of daar wel de goede cijfers uit rolden? Gewoon checken bij een servicebureau dat astrologische gegevens levert. Aries Astro-Services in Nieuw-Vennep bijvoorbeeld. Mark aan de telefoon: zijn vader was nu niet thuis. Kort daarna mijn eerste gesprek met Nandan. Hij beval een astrologische cursus in Amsterdam aan. Ik denk dat we elkaar daar voor het eerst in real life hebben ontmoet. Het klikte al snel en van het een kwam het ander. Want al snel zat ik in Marks kamertje achter een Commodore 64 te knutselen aan het programma dat Samadhan had gemaakt. En breidde het uit met allerlei astrologische analyses en het plotten – en later printen – van een echte horoscooptekening. Zo werd, naast Osho, de astrologie en ons geloof erin de basis van onze vriendschap, die tussen een Boogschutter en een Waterman. Hij had een grenzeloos vertrouwen in me. Menige middagen bracht ik achter zijn computer door. Ik kwam met de trein, bleef eten en ’s avonds bracht hij me weer met de auto naar huis. We gingen naar astrologische lezingen en congressen. En medio jaren 90 kon ik zijn astrologisch bedrijf van hem overnemen.

En we gingen naar de commune op het Cornelis Troostplein, waar hij druk bezig was met het opzetten van de World Academy of Creative Science, Arts and Consciousness. Tijdens Osho’s World Tour stopte hij enorm veel energie in een advertentiecampagne om Osho een visum te laten krijgen voor het geval hij ook in ons land zou landen. Als echte Boogschutter was hij gek op documenteren en verzamelen, en als een noeste Fries deed hij dat ook heel degelijk. Dat inventariseren moest natuurlijk ook voor Osho gelden, dus stopten we de commune vol met computers waarin alle vragen die ooit aan Osho waren gesteld door menigeen werden ingevoerd. Ik programmeerde het zoekprogramma The Quest met zo’n achtduizend vragen, op 7 floppydisks. Nandan was nog meer verliefd op het programma dan ik zelf. Daar in de commune leerde ik ook Ojas kennen met wie ik soms tot diep in de nacht aan het Osho Magazine werkte. En natuurlijk liep Amrito daar regelmatig rond, maar hoewel hij de eerste was door wie ik Osho leerde kennen, heb ik vanwege zijn opvattingen over homoseksualiteit hem altijd een beetje vermeden. Had ik deze prachtige wereld ook gekend als ik Nandan niet had gekend? Zelfs mijn huidige partner heb ik in de commune leren kennen!

We hechtten het grootste belang aan documentatie, juist om Osho’s visie zo toegankelijk mogelijk te maken en daarmee zo zuiver mogelijk te houden. Samadhan en anderen hebben later The Quest diverse upgrades gegeven en het bestaat nog steeds! Net als onze ideeën voor een Zender Osho Nederland, maar we hadden er toen niet van durven dromen dat je tegenwoordig Osho’s lezingen gewoon kunt zien op Salto TV. En dat dankzij de stichting Vrienden van Osho, waarvan Nandan aan de bakermat stond. Hij zorgde ervoor dat alle boeken van Osho in de Koninklijke Bibliotheek belandden. We gingen naar The Rebel House in Keulen om zijn auto vol te laden met boeken van Osho. Een van de laatste dingen waarmee ik hem moest helpen was het vormgeven van het boek Hoe Osho in mijn leven kwam, en later nog enkele boeken over de geschiedenis van Eastermar.

Nandan en ik waren beiden diep doordrongen van het grote gevaar van het ontstaan van een gecultiveerde religie als de verlichte meester rond wie het allemaal begonnen is er niet meer is. Zie wat er van het christendom is terechtgekomen. Velen zullen ons gezien hebben als mind fuckers, maar we waren beiden eigenwijs genoeg om grijnzend wat tegenkracht te geven tegen een hallelujasfeer waarin alles wat met intuïtie, hart en gevoel te maken had verheerlijkt werd en alles wat met nuchter gezond verstand te maken had werd verketterd. Bij dit alles deelden we een diep gevoel van een bijna geniepige humor en relativeringsvermogen. Een van zijn lievelingsuitspraken was: ‘Je zal zien: alles loopt toch anders’. Bijna altijd waren we twee zielen met één gedachte. Dat is dan ook een wezenlijk kenmerk van vriendschap. Dat je eigenlijk weinig woorden nodig hebt. Hij was een fan van mijn blogs waarin Osho ook vaak voorkomt. En wát ik ook deed: hij had altijd vertrouwen in me, bijvoorbeeld toen ik een reader ging maken met veel – vaak elkaar tegensprekende – uitspraken van Osho over homoseksualiteit.

De dag voor Kerstmis belde Nandan me nog op. Om me te zeggen dat ik een van zijn beste vrienden was. Een kort gesprek van misschien nog geen minuut, want hij was totaal uitgeput. En nadat Nandan was overleden heb ik – net als bij een van mijn beste vrienden bij wie ik anderhalf jaar eerder aan zijn sterfbed stond – helemaal geen verdriet gevoeld. Eerder dankbaarheid voor hem gekend te hebben, zijn rechterhand geweest te zijn, voor het meedragen van het geschenk van zijn energie, die met mij verstrengeld is en dat zal blijven. In die betekenis is hij niet dood voor me. Echte liefde kent geen dood, en misschien staat het hebben van stoffelijke lichamen wel de echte verbinding tussen twee zielen in de weg. Ik kom dit soort gedachten ook vaak bij Osho tegen. Zoals dat sterven ook een feest kan zijn. Hebben de romantici dan toch gelijk? Dank je wel, Nandan, onze vriendschap gaat nooit verloren, daar is zelfs de dood niet tegen opgewassen! En ik denk dat Osho het wel mooi zou vinden als ik zeg: death is not a problem to be solved, but a mystery to be lived. Want ook de dood hoort bij het leven.

Je kan wel doen alsof, maar voor mij ben je helemaal niet dood, Nandan! Je bent in mijn leven gekomen en nooit meer weggegaan!

Bijlmerramp

Date 4 oktober 2022

Het was net zo’n mooie dag als vandaag. Zonniger zelfs. Die ochtend had ik nog bij een vriendin in de tuin gezeten, ergens bij de Haarlemmer Houttuinen. Het was dierendag. En zondag. Omdat ik veel aan die dag denk, denk ik dat het vandaag ook zondag is. Maar die zondag was dertig jaar geleden. Volgens de kalender dan. Vriend logeerde een paar dagen bij mij in Buitenveldert en besloot een dag later naar zijn flat in de Bijlmer terug te fietsen. Als hij toch die dag op zijn fiets was gestapt had hij de grootste vliegramp van Nederland van heel dichtbij meegemaakt. Die avond zagen we op de televisie rookwolken boven de Bijlmer. Sociale media waren er nog niet. We hoorden de laatste contacten van het El Al-vliegtuig met de verkeersleiding. Midden in een flat, dat moet honderden doden hebben veroorzaakt! Het was geen film waarnaar we zaten te kijken, maar iets dat nu echt een paar kilometer verderop gebeurde! Het vliegtuig, op weg naar Tel-Aviv, bleek boven het Gooimeer twee motoren te hebben verloren. Uiteindelijk werd het officiële aantal slachtoffers op 43 vastgesteld, maar het is onduidelijk gebleven hoeveel illegalen er op het moment van de ramp in de getroffen flats van Groeneveen en Kruitberg verbleven.

De Bijlmer was voorgoed veranderd, en de ramp was koren op de molen van hen die deze wijk wilden afbreken, voor wie de Bijlmer überhaupt al een ramp was. Na de onafhankelijkheid van hun land in 1975 trokken veel Surinamers naar Nederland en veel van hen zochten elkaar in de Bijlmer op. Geef ze ongelijk. Maar met hen kwamen veel duistere en criminele figuren de wijk onveilig maken. Om het imago enigszins te redden werden de gekste maatregelen genomen zoals het beschilderen van en nieuwe namen geven aan flatgebouwen. Maar de pers, die toch vaak meer op slecht dan goed nieuws is gericht, werkte niet echt mee en bleef bijvoorbeeld de gevangenis in Duivendrecht de Bijlmerbajes noemen. Uiteindelijk is het grootste deel van de oorspronkelijke flatgebouwen met hun honingraatstructuren afgebroken. Dat schijnt minder te kosten dan handhaving. Ook de flat waar ik veertien jaar heb gewoond is er niet meer, maar de torenflat waar Vriend in woonde staat er gelukkig nog steeds.

Toen ik bij hem logeerde gingen we wel eens samen naar het herdenkingsmonument met zijn ‘boom die alles heeft gezien’. Ik heb wel eens gedroomd van een neerstortend vliegtuig, en dat waren geen leuke dromen. Veel is onduidelijk gebleven en mocht kennelijk het daglicht niet zien. Wat was de lading van het Boeing 747-vrachtvliegtuig? Wie waren de mensen in witte pakken die later gesignaleerd waren? Hoe zit het met de zwarte dozen? Inmiddels lopen nog steeds honderden mensen met een trauma rond, bang voor vliegtuigen en opschrikkend van plotseling lawaai. Trauma’s nestelen zich in je hersenen en lijf, en probeer daar maar eens van af te komen. Ook al die geheimzinnigheid staat dat in de weg, maar politiek is nu eenmaal belangrijker dan mensenlevens. Vraag het maar aan Vlad. Voor het opstijgen van het vliegtuig werden enkele defecten slechts provisorisch verholpen: kleine oorzaken, grote gevolgen. Groot voor ons dan, want in ons land maken we niet zoveel rampen mee en is deze Rampvlucht een uitzondering die in het niet valt bij wat er allemaal in Oekraïne gebeurt.

Maar toch ben ik een beetje stil vandaag.

Zo’n ding waar geluid uit komt

Date 27 september 2022

De nieuwste roman Zo’n ding waar geluid uit komt van Cazimir Maximillian speelt in 2027. Er valt sneeuw in augustus en in november is het heerlijk lenteweer. Boven je hoofd houden rondvliegende drones alles in de gaten. In de bussen zijn reclames op je persoonlijke situaties toegespitst, zelfs als je last hebt van aambeien. Je mag niet naar foute muziek luisteren. De Grote Markt in Groningen en het Rembrandtplein in Amsterdam worden bij rellen door robots schoongeveegd. Rusland gooit een atoombom op Estland. Om de haverklap zijn er lockdowns vanwege het virus. De tweedeling in de samenleving is groter dan ooit, je hebt het gemaakt of je bent beland in de kaste van zwervers en oproepkraaiers. Probeer maar eens te leven in zo’n wereld, waar steeds meer mensen doordraaien en gek worden, iets waarvan vandaag de dag de voortekenen al zichtbaar zijn waardoor dit dystopische boek al eng realistisch aanvoelt.

De 37-jarige Koos, die in Den Oever bij zijn moeder op zolder woont, kan maar geen vaste baan krijgen, wat voor hem extra moeilijk is omdat hij een ‘beperking’ heeft. Het blijft vaag welke beperking dat is, maar dit is ook niet zo belangrijk want er is er altijd wel een afwijking te vinden waarmee je iemand kan stigmatiseren. En áls hij dan eens een baantje krijgt dat hij leuk vindt wordt Koos om vage redenen de mogelijkheid op groei en een vast contract ontzegd. Hij voelt zijn leven aan zich voorbij glippen, stopt zich vol met junkfood en weed, en mijmert vaak over zijn jonge jaren met bijbehorende verliefdheden. Maar nu hij dik en kalend is kan hij de kans op een leuke vriendin wel vergeten. Hij heeft wel een coach die hem helpt om een baan te vinden, maar die in feite niets anders doet dan hem klein te houden, tot een berustend schaapje wil deformeren en hem in baantjes ver onder zijn niveau manoeuvreert, zoals in kringloopwinkel Mik Mak en zorgboerderij De Vrolijke Lammetjes waar hij alles behalve zijn intelligentie en talenten kan inzetten. Intussen schettert overbuurman Piet Paard de ganse dag complottheorieën in het rond terwijl hij er stiekem praktijken op na houdt die het daglicht niet kunnen verdragen.

Koos krijgt een stip op zijn identiteitsbewijs, wat betekent dat hij behandeld moet worden als een hooguit 18-jarige. Hij valt onder het jeugdrecht en mag alleen onder begeleiding op een terrasje een biertje drinken. Met al zijn creativiteit en kennis van muziek, literatuur en filosofie moet hij als verschoppeling door het leven gaan. Regelmatig bezoekt hij zijn aftakelende vader in een verzorgingshuis om hem open en eerlijk de waarheid vertellen. Want ook door hem is hij behandeld als een jongen die nergens goed voor is. Kwaad en sarcastisch troost Koos zijn vader omdat die eindelijk zijn gelijk heeft gekregen nu blijkt dat hij nergens goed voor is. Hij vecht tegen de vernederingen die hij ondergaat omdat hij nu eenmaal zijn kop boven het maaiveld uitsteekt, wordt woest als hem gezegd wordt dat de dingen nu ‘eenmaal zijn zoals ze zijn’, of als hem verweten wordt in een slachtofferrol te kruipen. En laten we eerlijk zijn: de wereld is verhard door de Participatiewet en de Wmo, met hun verplichte vrijwilligerswerk voor mensen ‘met een afstand tot de arbeidsmarkt’ en de talrijke debacles in de jeugdzorg.

Dank zij enkele ‘gekke’ vrienden blijft het leven van Koos nog wat leefbaar. Bij schoolvriend Nan wordt naar verboden muziek geluisterd en flink gezopen en geblowd. Met hem en met de Zwitser Rolf, die een koekoeksklok in zijn caravan heeft, viert hij een korte vakantie waarbij het drietal door de noordelijke provincies reist. In Groningen heeft hij er achteraf spijt van dat hij een poster van Thierry Baudet niet heeft vol gekotst na een uitbundige avond en nacht in een studentenhuis. De reis eindigt in het chique huis van de welgestelde Rolf die in de Amsterdamse grachtengordel woont en zijn vermogen heeft te danken aan een uitvinding die goed verkoopt: NovaPrix, een holografische partner waarmee mensen die minder gelukkig in de liefde zijn aan hun trekken kunnen komen en die Koos steeds laat weten dat hij een hele lieve mooie leuke jongen is, maar met een algoritme dat regelmatig de plank misslaat, bijvoorbeeld door hem te vragen waarom hij niet gewoon dood gaat. Second Life lijkt mij een betere virtuele partner te bieden, maar dat heeft hij kennelijk niet ontdekt.

Hoe deze roman afloopt verklap ik niet. Bovendien zijn voor de beschrijving van de sfeer en de gevoelens die erdoor worden opgewekt belangrijker. Als ik bij de haven van Den Oever sta, ruik ik die ook. Lezend voel ik de regen en de mist, de desolate sfeer van Noord-Hollandse plaatsen waar het verhaal zich hoofdzakelijk afspeelt, de teleurstellingen en de verlangens, de woede, de machteloosheid, de vriendschap en de smachtende liefde. Koos steelt mijn hart en het is moeilijk om te stoppen met lezen. Daarom storen veel redactionele fouten me nauwelijks. Het corrigeren ervan vergt veel te veel tijd, en als je het boek uit hebt heeft Maximillian alweer een nieuwe roman geschreven. Want hij schrijft sneller dan je kan lezen. Het is ook een moedig boek omdat het veel wortels van onze verziekte samenleving blootlegt. In 2027 dan. Althans als de Russen al niet voor die tijd de westerse wereld hebben vernietigd.

De kracht van kwetsbaarheid

Date 22 september 2022

‘Je geeft je wel heel erg bloot,’ zei Leon onlangs over mijn blogs. Dat klonk niet als verwijt of kritiek, maar eerder als verwondering. Ik zat achter hem in de auto richting een raadsvergadering die ik na zestien jaar weer eens vanaf de publieke tribune ging meemaken. Te weinig tijd om tussen twee afslagen van de A27 wat dieper op die blootheid in te gaan. Ik kon dat alleen maar bevestigen. Ik had kunnen zeggen dat ik moeilijk anders kon, dat het nu eenmaal in mijn aard ligt om me kwetsbaar op te stellen. Dat was begin jaren zeventig al een geloof van me, want ik herinner me dat de groepsleider van een sensitivitytraining me daar liefdevol sterkte mee wenste terwijl hij mijn voet aaide. Ik wil gewoon laten blijken wie ik ben, wat ik fijn vind maar ook wat me verdriet doet. Of om het simpel te zeggen gewoon open en eerlijk te zijn. Volgens velen is dat niet houdbaar in een wereld waarin je, zeker als man, geacht wordt je niet altijd te laten kennen. Ik wilde mij altijd juist wél laten kennen want zonder dat is er geen communicatie mogelijk en beland je in egotrips zoals hypocrisie en machogedoe, en is er geen ruimte meer voor spontaniteit.

De groepsleider wenste me er indertijd veel sterkte mee, maar het is toch nog goed gekomen met mij. Vind ik. Financieel ben ik nogal gemiddeld arm of rijk, maar dat haalt het niet bij de innerlijke rijkdom waarin ik soms bijna verdrink en die ik eigenlijk veel belangrijker vind. Ik heb me gehandhaafd juist door handhaving niet als hoogste doel van mijn leven te zien. Het valt me op dat mensen vaak meer bezig zijn met óverleven dan léven. En misschien is leven zelfs de beste manier om te overleven, iets wat voor mij het geval lijkt te zijn. Veel dingen zoals werk zijn vanzelf op me afgekomen zonder dat ik er veel moeite voor hoefde te doen. Dat kan je geluk noemen maar is volgens mij moeilijk los te zien van de manier waarop ik in het leven sta. Natuurlijk steek ik tijd en energie in overleven – van bezoekjes aan het toilet tot die aan het ziekenhuis – maar de al dan niet materiële overheadkosten van het leven mogen niet de spuigaten uit lopen. Ik vraag me af wat mijn leven nog waard zou zijn als ik onkwetsbaar en gesloten werd, en daarmee mijn spontaniteit en creativiteit verloor. Weinig.

Buitenveldert begin jaren negentig. Het was een uur of vijf op een zomermorgen toen er opeens aan mijn huisdeur werd gebeld. Hoewel ik alleen maar een slipje aan had, deed ik gewoon open, iets wat de meeste mensen op zo’n raar tijdstip niet zullen doen. Ik wel dus. Twee knapen met een vaag verhaal die wilden weten of ik alleen in huis was. Dat zei natuurlijk genoeg zodat ik loog dat dat niet het geval was. Tegelijk sloop een kat van me langs me heen de galerij op. Dus ik gewoon langs die jongens heen om hem weer op te pakken. Ze hadden me gewoon kunnen vastgrijpen en bedreigen, een mes op mijn keel zetten of noem maar wat. Niets van dit alles. Wellicht was de situatie zo raar voor hen dat ze verbouwereerd tot niets in staat waren. Ik liep met mijn kat weer naar binnen, groette de jongens en sloot de voordeur. Ik denk achteraf dat mijn beste wapen mijn naaktheid was: het is lastiger om een mes in een bloot lichaam te steken dan in een mens met kleren aan. Zelfs zorgeloos alleen zijn kan een goed wapen zijn, want toen ik een jaar eerder op mijn dooie eentje door India reisde waren er zat situaties waarin mensen me hadden kunnen beroven en vermoorden zonder dat er een haan naar zou kraaien.

Ik hou er ook van mijn kwetsbaarheid te voelen, alsof ik dan helemaal mezelf ben. Op het strand wilde ik de zon in mijn lijf voelen steken, omarmd worden door de zilte zeelucht, op mijn rug me in de vloedlijn naar het droge laten spoelen. Terwijl ik op het naaktstrand lag stak het hoofd van een knaap die me bespiedde boven een zandkuil uit en het was duidelijk waarmee hij bezig was. Veel plezier ermee, jongen! Ja toch? Mijn lichaam is toch niet van mij alleen? Hoewel ik mezelf er niet zo bewust van was, was ik er in mijn studententijd ook om beroemd dat ik ’s winters te koud gekleed was. Want diep down ben ik een naaktloper en heb ik een hekel aan kleren. Kleren maken de man, zeggen ze. Maar ik wil niet dat soort man zijn. Nog deeper down is het mijn behoefte om te versmelten met de wereld om me heen. Alsof dat belangrijker is dan wat dan ook. Een soort smachtende behoefte aan overgave die sommigen masochisme noemen. Ik wil mezelf als het even kan bloot geven in welke betekenis dan ook. En tot nog toe heb ik alles redelijk overleefd en heb ik veel van mijn geluk juist aan mijn kwetsbaarheid te danken. Juist die kwetsbaarheid geeft me kracht.

Wij cyborgs

Date 18 september 2022

Sinds dinsdag heb ik een brug in mijn mond. Een kies was reddeloos verloren, dus er moest een nieuwe worden gemaakt, die dan gedragen wordt door de twee buren van hem. Afgelopen week dus die zieke kies eruit en meteen die brug geplaatst. Bij thuiskomst twee paracetamolletjes. Om half negen nog een en om half één twee om pijnloos te slapen. De hele dag en avond proefde ik nog wat bloed. Ik was duf en mijn kaak bleef zich verstijfd voelen. Maar de volgende ochtend was de pijn over. De zoveelste ingreep in mijn lijf want ik begin van al die reparaties een beetje moe te worden. Heeft natuurlijk ook met mijn leeftijd te maken. Hoe lang blijf je ermee doorgaan met je lichaam te repareren?

Tijdens corona heb ik van van alles last gehad, behalve van corona. Eerst gordelroos waarvan ik tot vandaag de dag witte vlekjes heb rond mijn prikkelbare schouder die soms een stuk of zes pijnscheuten mijn lijf in stuurt. Wat is pijn eigenlijk? Wat voel ik eigenlijk? Om je dat af te vragen moet je een Satyamo zijn. Mijn zelftests voor corona waren negatief. Nou, en de maanden erna vond ik mijn hart soms wel héél langzaam gaan kloppen. Op naar de cardioloog, wat resulteerde in het plaatsen van een pacemaker. Mijn hart klopt nu minimaal één keer per seconde. Maar hoe kan ik ooit doodgaan als mijn hart blijft kloppen? Om je dat af te vragen moet je een Satyamo zijn. En mijn zelftests bleken negatief. Volgende. Moeite met staan en lopen. De fysiotherapeut vertrouwde het niet, met als gevolg dat ik voor een nieuwe heup op de operatietafel belandde. Daar móét ik meegemaakt hebben hoe ik onder narcose werd gebracht, maar ik herinner me er niets van. Hersenexperts hebben daar wel een verklaring voor, iets met het korte- en langetermijngeheugen en zo. Maar om daar toch over te blijven puzzelen moet je een Satyamo zijn. En nog steeds bleven mijn zelftests negatief.

Hoe zou mijn leven geweest zijn zonder allemaal medische ingrepen en reparaties? Wat zou er van me zijn overgebleven als ik een jager-verzamelaar van zo’n achtduizend jaar geleden was? Niet veel. Het begon met een gespalkte pols toen ik een jaar of elf was. Ik was alleen thuis en oefende hoe ik een inbreker een klap zou verkopen. Maar die indringer was een deurpost zodat ik een middenhandsbeentje brak. Gips en mitella dus. Rond mijn twaalfde kwamen ze er eindelijk achter dat ik slecht zag – iets wat ik heel goed wist te verbergen – dus kreeg ik een bril. Later kwam mijn gebit aan de beurt, dat door diverse studenten en tandartsen in de loop der jaren met amalgaam, goud en composiet is gevuld en afgelopen week dus met een brug. Ergens in de jaren negentig had ook een blaasontsteking, bloed plassen dus. Aan de antibiotica. En rond de eeuwwisseling kreeg ik gehoorapparaatjes, want ik ben slecht in hoge tonen. Vriend is slecht in lage tonen, dus we vullen elkaar goed aan. Verder hier en daar wat wratjes laten weghalen met vloeibare stikstof. Recent zelfs nog. ‘Stikstof genoeg,’ grapte ik. Maar dat zijn allemaal heel gewone dingen en toch kunnen we niet zonder.

Probeer eens een volwassene te vinden zonder bril, met een nog gaaf gebit, die nooit medicijnen heeft gehad en in wiens lijf nooit iets is gerepareerd. Daarvoor moet je echt minstens zo’n achtduizend jaar geleden bij de jagers-verzamelaars zijn. Nadeel is wel dat die veel korter leefden. Voordeel is wel dat die veel meer vrije tijd hadden. Ik betwijfel of we nu gelukkiger leven dan deze verre voorouders. Een zeker reactionarisme is me niet vreemd. Je weet wel, dat vroeger alles beter was. Toen kwaliteit van leven nog prevaleerde boven de kwantiteit, de duur ervan. Alle ellende begon met de landbouwrevolutie: het bezit van land ontstond en daarmee hebberigheid en ego’s. Dat had allemaal nooit hoeven gebeuren. Met alle technologie worden we meer en meer omgevormd tot cyborgs. Mijn Second Life-vriendje Robbie zit vol met metaal en kan geen toetsenbord meer bedienen. Bij veel mensen zijn de eerste hersenimplantaten al geplaatst. Op naar de Homo Deus! Hoewel ik me best thuis voel in de medische wereld, word ik heel geleidelijk meer moe van al die reparaties in mijn lijf. Nog niet moe genoeg om er nu al uit te willen stappen, maar waar gaat de grens liggen? En zouden mensen niet nog veel meer het recht moeten hebben om te bepalen wanneer het leven mooi genoeg is geweest? Ja dus.

Als reïncarnatie bestaat – zoals Osho beweert – zou ik graag zo’n achtduizend jaar terug willen gaan. Jagen en verzamelen, leven in en met de natuur, veel vrije tijd, leven in een kleine groep en naar de sterren kijken. Een korter leven, maar wel een gezond leven. Maar om dit soort wensen te hebben moet je een Satyamo zijn.