26 april 2022
Onlangs weer een nieuw boek van Cazimir gelezen. Zijn achttiende alweer. Hij is moeilijk bij te houden, want hij schrijft sneller dan je kan lezen. Met als gevolg dat er best nog wel een en ander bijgeschaafd mag worden, maar dat drukt mijn pret niet. Hij is nog maar twee vijfde zo oud als ik, waardoor ik in totaal andere werelden beland dan ik gewend ben. Zijn romans zijn meeslepend met veel oog voor detail en natuur. Soms zo rouw dat het bloed eraf spat, soms zo gevoelig dat het echt ontroert. Bij deze een recensie van zijn laatste boek Skinny Jake. Leuke naam trouwens.
Deze roman gaat over de hel en de hemel, en speelt zich af in 2018 en 2019. In het eerste deel van het boek leeft de twaalfjarige ‘Skinny’ Jake in de hel, het fictieve Toldorp in Amsterdam-Noord, een omgeving waarin zijn leven wel móét mislukken. Want als twaalfjarige mag en kan je daar eigenlijk niks en heb je hoofdzakelijk stoere drillrappende knaapjes om je heen, die zich net aan de rand of net over de rand van het criminele circuit ophouden. Op school word je betutteld en vernederd door leerkrachten, op straat mag je niet samen op een bankje zitten omdat je de openbare orde verstoort. Waar dan wél heen? Feesten! Met drank en drugs! Stoer! Of samen met vriendin Abigail in Amsterdam gaan vloggen. Maar hoe aantrekkelijk Skinny haar ook vindt, hij weet haar leven wel te ruïneren door een intiem filmpje van haar te maken dat het goed doet op het internet. Tegen het eind van het jaar loopt een party uit de hand, en wordt er dusdanig op hem ingestoken dat het zwart voor zijn ogen wordt.
In het voorjaar van 2019 brengt Skinny’s moeder hem in veiligheid naar het fictieve waddeneiland Elsum. Dat blijkt de hemel te zijn, want de mensen vinden elkaar gewoon aardig en hij gaat het fijn vinden op school. Er zijn geen smartphones en het lezen van boeken blijkt best leuk te zijn. Hij heeft wel wroeging over hoe hij Abigails leven heeft verpest. Hij raakt op twee meisjes verliefd, maar het lukt hem niet hen te versieren. Toch blijft hij goed bevriend met hen. Hoe vredig Elsum mag zijn, het is ook een mysterieus eiland zoals blijkt uit stukken ervan die in de grond zijn verzonken, waaronder een station en een spoorlijn. Het enige waarvoor Skinny bang is, is een hond die hem toeblaft als hij door een steegje loopt. Er wordt gefeest en gezwommen, naar schoolkamp gegaan, op het ijs en in de sneeuw gespeeld. Kortom, het leven is goed, zoals het zou moeten zijn. Zeker omdat later ook Abigail op het eiland komt wonen, die net als Skinny op de vlucht voor Toldorp is.
En leefden ze nog lang en gelukkig? Aan het eind van het jaar besluiten Skinny en Abigail om toch nog een dagje naar een evenement op het vasteland te gaan. De vader van haar haalt hen met de auto op en op de veerboot zien ze Elsum in de mist achter hen verdwijnen. Was het een droom? Wat is er eigenlijk echt gebeurd, de hel of de hemel? Maximillian zou Maximillian niet zijn als hij je niet met raadsels achterliet, want beide werelden zijn heel kleurig, gevoelig en realistisch beschreven zodat je er makkelijk in op gaat. Opnieuw een boek van de schrijver om met rode oortjes te lezen. En wat er eigenlijk allemaal écht gebeurd is moet je lekker zelf uitzoeken.
Gepost in Literatuur
Geen reacties »
24 april 2022
Lekker warm in mijn knusse bed. Vrede en stilte in de donkere kamer. Vriend valt meestal eerder in slaap dan ik waardoor de vrede nog groter wordt. Ik ga op mijn zij liggen en nestel me in mijn laken en deken lekker in. Ik geniet en voel me veilig. Zo’n tweeënhalf duizend kilometer verderop worden steden platgebombardeerd, worden willens en wetens onschuldige burgers gedood. Mag ik eigenlijk hier wel lekker in mijn bed liggen te genieten? Hoor ik niet eigenlijk wakker te liggen van de onvoorstelbare ellende en pijn daar verderop? Ik waardeer de moed van een volk dat zich liever doodvecht dan zich over te geven. In ons land dachten we daar anders over na het bombardement op het centrum van Rotterdam. Wat is wijsheid? Als je ons land verovert zal het een leeg en kaal land zijn, dood en verdord, met alleen lijken en ruïnes. Ik meen dat Zelensky zoiets heeft gezegd. En terwijl die gedachten in mijn hersens spelen voel ik me rustig en vredig. Terwijl in Oekraïne mensen levend onder zwaar puin liggen.
Mag ik van het leven genieten terwijl anderen zo afschuwelijk lijden? Het is alsof ik met een moraal ben opgevoed die dat verwerpelijk vindt. Vroeger waren dat hongerige negertjes in Afrika. En er kwam geen World Press foto voorbij of er kwam weer allemaal ellende op je bord. Zomaar genieten terwijl anderen lijden was egoïstisch, ongehoord. Een calvinistische mentaliteit die nog steeds als een spook door de westerse wereld waart. Je kan niet gelukkig zijn als anderen ongelukkig zijn, dus moet je daar iets aan doen. Talloze mails en brieven bespelen mijn schuldgevoel om iets te doen tegen ziekte, hongersnood en de opwarming van de aarde. Ik sta erbij en ik kijk ernaar. Ongehoord. Alsof ik niets beters te doen heb dan blogjes te schrijven. Mooie woorden, dat wel, maar er moet iets gedáán worden! Die jongens die vrijwillig naar Oekraïne gaan om mee te vechten, die dóén tenminste iets, die dwingen respect af. Als babyboomer heb ik nooit oorlog meegemaakt en ben ik veel te lui en vertrouwend geworden, net zoals heel Europa na de val van de Muur. Toen kon de dienstplicht wel worden afgeschaft en op defensie bezuinigd worden. Ik ben een watje en daar nog trots op ook.
Medelijden. Dat is wat we missen. Maar ik vond dat toch altijd iets raars. Dan lijdt er iemand, en alsof dat niet al erg genoeg is gaan we ook nog eens méde-lijden! Alsof er een taboe rust op gewoon gelukkig zijn. Alsof er niet evenveel geluk als lijden is. Want als er ergens geleden wordt, dan moet er toch op een andere plek of in een andere tijd precies evenveel geluk zijn? Wie heeft het over het geluk van moeders met hun pasgeboren kinderen? We heeft het over de verliefde stelletjes die hun geluk niet op kunnen? Wie heeft het over al die honden die van hun baasje houden? Een driejarig jongetje dat even door zijn moeder alleen was gelaten gaf me een van de drie paardenbloemen in zijn knuistje. Klein geluk. Zijn er niet miljoenen zo niet miljarden kleine gelukjes? Tel die eens bij elkaar op. Maar wij zijn uit evolutionaire noodzaak vooral op het negatieve gericht, zoals gevaar en agressie. De media maken dankbaar gebruik van dit gegeven. Goed nieuws is geen nieuws. Maar terwijl ik dit schrijf fluit een merel vlakbij zijn liedje en bloeit de sering weer.
Geluk en ongeluk. Het een kan niet zonder het ander, want ze definiëren elkaar. Het kan niet anders dan dat er altijd een evenwicht tussen die twee moet zijn. Zelfs als de hele aarde een ongelukkige planeet is moet er ergens anders een gelukkige planeet zijn. Misschien zelfs niet eens in deze tijd maar in een ver verleden of in een verre toekomst. Echte vrede gaat voorbij geluk en ongeluk, maar wordt precies in het midden van die twee ervaren. Daar zijn mijn oordelen verstild en word ik gekoesterd door de sterren in de duisternis. Alsof ze mij en alles doordrenken met hun alomtegenwoordigheid. Wat valt er dan nog eigenlijk te doen? Dat iets goed of slecht is, mooi of lelijk, is ook maar een oordeel dat je uit je centrum zuigt. Eigenlijk valt er niets te doen. En het wonderbaarlijke is dat juist door dit niets doen er veel gaat gebeuren. Alsof het niets doen de moeder is van het enige echte doen, van echte schoonheid, waarheid en goedheid. Die kan ik zelf niet bedenken.
De gedachte dat dingen anders zouden moeten zijn als ze zijn is niets dan arrogantie. Alsof je het beter weet dan het bestaan zelf. Er groeit geen grassprietje op een verkeerde plaats. Ook het lijden hoort erbij. Dat is in de praktijk niet altijd even makkelijk te geloven, maar het accepteren ervan kan een opmaat zijn voor het verzachten ervan. Acceptatie blijft het enige gouden pad. Of noem dat het keuzeloze bewustzijn. Of vertrouwen. Alles is in evenwicht en ik blijf in het midden. Niet altijd hoor, maar áls dat zo is ga ik op in stilte en vrede, en weet ik diep van binnen dat het goed is. Goed? Er blijft alleen een is-heid over waarover niets te zeggen is.
Gepost in Spiritualiteit
Geen reacties »
19 april 2022
De Google Nest die ik cadeau kreeg was de aanleiding tot een abonnement op Spotify. Maar ik gebruik dit de laatste maand veel en veel meer voor mijn nieuwe ‘oren’, zoals ik mijn gehoorapparaat met Bluetooth noem. Want ik stopte Spotify ook in mijn Android telefoon. Die heb ik zoals het hoort altijd bij me of in de buurt. En ik ben niet de enige voor wie dit net zoiets is als een horloge, een halskettinkje of een bril die je met je lijf meedraagt. Ik heb zelden zo vaak naar muziek zitten luisteren als de afgelopen maand. Osho zei me al dat ik meer met muziek moest doen. Bij deze dus. Heerlijk om dat alles met een optimale geluidskwaliteit in je oren te laten streamen. En het aanbod is vrijwel onbeperkt. Wat popmuziek betreft kom ik de gekste vaak vergeten juweeltjes uit de jaren zestig tegen. Wat klassieke muziek aangaat kan ik kiezen tussen een scala van uitvoeringen. Vrijwel alle cd’s in mijn kast zijn wel bij Spotify te vinden. En dat voor een tientje per maand, vrij van advertenties!
Je verzamelt al je lievelingsmuziek in een map ‘Albums’. Als je er een van aanklikt verschijnt een lijst met alle nummers ervan. Klik en spelen maar. Die tracks kan je ook afzonderlijk bewaren in je map ‘Gelikete nummers’. Bij wat je afspeelt kun je heel vaak ook de tekst zien, en ik moet toegeven dat ik daardoor sommige liedjes beter begrijp, want gezongen Engels verstaan is nooit mijn beste kant geweest. Je kan ook nummers op een ‘Playlist’ zetten waarmee je je lievelingsmuziek achter elkaar kunt afspelen. En mocht Spotify niet meer weten wat je verder wilt horen, komt hij automatisch met suggesties. Ik hou niet zo van adviezen die apps me geven, maar ik moet toegeven dat dit Zweedse bedrijf mijn smaak inmiddels best aardig kent. De Berceuse van Fauré kende ik nog niet, evenmin als Flash in the Night van Secret Service. Tegelijk blijf ik bespaard van hiphop en rap, waar ik helemaal niets mee heb en wat ik niet eens muziek zou willen noemen.
Ik had wel een probleempje met Spotify. In een van de laatste updates zit kennelijk een bug, want om de haverklap was de voortgangsbalk van het spelende liedje verdwenen, zodat je de muziek onder andere niet meer kon stoppen. De enige manier om mijn telefoon weer het zwijgen op te leggen was Spotify in de instellingen van mijn telefoon tot stoppen te dwingen. Google staat vol met verhalen hierover, waarvan de meeste oplossingen geven die in de praktijk niet werken. Na veel gezoek vond ik iets wat ik zelf had kunnen bedenken: gewoon een oudere versie installeren en de automatische update even uitschakelen. Het probleem is bekend in Zweden, dus dat zal binnenkort wel weer zijn opgelost. Een ander probleempje is dat er een paar artiesten niet op Spotify te vinden zijn omdat ze ruzie met het bedrijf hebben, zoals Neil Young en daarmee alle albums waarin hij meespeelde zoals Woodstock en Déjà Vu. Ook Robert Long heb ik nog niet gevonden. Jammer.
Ondanks al dit moois ben ik toch niet iemand die de godganse dag naar muziek luistert. Achtergrondmuziek vind ik een crime, want muziek hóórt niet op de achtergrond. En als het daar wél hoort is het geen muziek. Als ik ga slapen wil ik volstrekte stilte en donkerte om me heen. En als ik ’s morgens buiten zit wakker te worden wil ik alleen stilte om me heen. Ik ben gek op stilte, wat ik als een levende aanwezigheid ervaar alsof dat het geluid van de kosmos is. Misschien kan ik dankzij die stilte zo van muziek genieten. En van Spotify.
Gepost in Computer en internet, Muziek
Geen reacties »
12 april 2022
De Aarde huilt en roept om hulp. Jeff Lynne zong daar meer dan dertig jaar geleden al over in het ontroerende mooie liedje Save me now. Ik raak vergiftigd, mijn bomen verdwijnen, mijn ijskappen smelten. Red me nou! Ze spreekt tot ons. Ze smeekt ons, haar kinderen, haar niet langer te vervuilen en te verstikken. Millennia heeft ze voor ons gezorgd, ons gevoed en gekoesterd met haar weelderige natuur. En wat we van haar hebben vernield heeft ze vaak weer hersteld, want een moeder kan het niet nalaten haar kinderen te vergeven en een nieuwe kans te geven. Wat ze ook uithalen. Maar nu is ze uitgeput. Stervende. De mensheid pleegt een collectieve moedermoord, en het is de vraag of we haar nog kunnen redden. Horen we haar huilen? Hebben we berouw? Hooguit bij mondjesmaat, met de mond beleden. Gaan we moeder Aarde helpen? Af en toe even, en dan gaan we weer over tot de orde, de wanorde van de dag. Zolang er nog dagen zijn. We feesten op de Titanic, het orkest blijft spelen.
We zijn niet wakker te krijgen. Daar is bewustzijn voor nodig. Een verruimd bewustzijn waarmee we onszelf overstijgen. Een weten dat alles met alles verbonden is. Maar als land, groep of individu willen we in het centrum staan. Maar als alles één geheel is, één netwerk is, bestáát er helemaal geen centrum. Wat is het centrum van een spinneweb? Van het internet? ‘Zoals de mens omgaat met de natuur, dat raakt me,’ vertelde Ramsey Nasr vorige maand in de NRC. ‘Als je een schimmel bent, heb je geen hart. Ze kunnen je in tweeën hakken en je groeit gewoon verder. Het hele idee van een netwerk is dat het geen kern heeft.’ Een ik in het centrum is een fictie, een gedachtenspinsel. Net als egocentrisme. Het ego bestaat helemaal niet. En zolang we denken dat het wel bestaat zijn we tot de meest afgrijselijke daden in staat. Maar als we dat ik even vergeten, kunnen we ons verliezen in schoonheid en een dans, in omhelzing en een lach, in ontroering en een grap.
God was nog niet tevreden over de door hem geschapen Adam. En terecht, want de man had nog teveel strijdlust en ik-zucht in zich. Uit een rib schiep hij Eva. Dat zag er beter uit, maar hij vergat Adam af te danken. Stom van God, want het is juist de man die zoveel leed en ellende veroorzaakt. Mannen zijn eigenlijk volstrekt overbodig. Goed voor de voortplanting en dan heb je het wel zo’n beetje gehad. Bidsprinkhanen eten hun mannetjes gewoon op na de bevruchting. Gelijk hebben ze. Natuurlijk zijn er uitzonderingen zoals kunstenaars, maar dan is er geen sprake van échte mannen omdat je met een ik, zonder zachtaardigheid en gevoel, geen kunst kan maken, geen uitvindingen kan doen of een vredestichter kan zijn zoals Nelson Mandela. Daarvoor moet je ook je vrouwelijke kant omhelzen. Ga ik te kort door de bocht als ik zeg dat het hoofdzakelijk de mannen zijn die de Aarde kapotmaken? Natuurlijk heeft iedereen zowel een man als een vrouw in zich, wat Jung de animus en de anima noemt en die niet zonder elkaar kunnen.
Wie weet is het al te laat, maar we redden moeder Aarde niet zonder mannen die de vrouw in zichzelf herkennen en tot leven roepen. En dat geldt ook voor vrouwen die, soms uit oogpunt van emancipatie, meer de man uithangen dan de vrouw. Pas als het evenwicht tussen man en vrouw is hersteld is er een uitweg. Dat is nog lang niet het geval. Maar er zijn wel lichtpuntjes, zoals blijkt uit het feit dat er steeds meer jongeren zijn die het verdommen om zich met een man of vrouw te identificeren. We redden het niet zonder meer ruimte te geven aan vrouwelijkheid. ‘The meaning of my life is she,’ zong Jeff Lynne tien jaar geleden. En laat ‘she’ moeder Aarde zijn. En laat ons huilen omdat we haar zo verwaarloosd hebben en bezig zijn haar kinderen, onszelf, te vernietigen. En moeder blijft alleen achter.
Gepost in Maatschappij en politiek, Psychologie, Spiritualiteit
Geen reacties »
3 april 2022
Het was afgelopen maandag druk in de Paaskerk in Amstelveen. We waren er allemaal, de groep van de eerste bewoners van Uilenstede 198. Op een na. Want Wim was overleden en daarom waren we hier. De eerste van ons. Met uitzondering van de partners die we later ontmoetten, kennen we elkaar sinds 1968. We leefden in de zogenaamde B-toren waarin we ieder een eigen kamer met douche en toilet hadden, en waar toen nog geen vrouwen mochten wonen. Met dat laatste had ik het niet zo moeilijk. We studeerden van alles. Zoals rechten, economie, scheikunde, theologie, medicijnen en psychologie. Linkse en rechtse jongens, boomers die voor het eerst het ouderlijk huis hadden verlaten. Ondanks de verschillen waren we al gauw een eenheid. En dat zijn we tot vandaag de dag gebleven, want de band die door dat samenwonen is ontstaan is goed vergelijkbaar met die van een studentenvereniging. Tijdens reünies vroegen we ons wel eens af hoe lang we er allemaal nog zouden zijn. Wie als laatste het licht uit zou doen, wie als eerste zou overlijden.
Wim dus. Hij woonde helemaal aan het begin van de smalle gang. Vlak naast de keuken. En vlak bij de telefoon, zodat hij zich altijd geroepen voelde om die op te nemen. Daar baalde hij wel eens van, want soms moest hij die lange gang aflopen om op iemands deur te bonzen. Maar Wim was heel zorgzaam, waaraan tijdens de uitvaartdienst vaak werd gememoreerd. Tijdens de laatste reünie in Haarlem, wegens de pandemie alweer een dikke twee jaar geleden, ondersteunde hij me tijdens een wandeling waar ik opeens een gigantische aanval van duizeligheid kreeg. Hij was gewoon ontroerend lief voor me. Ik heb Wim niet zo goed gekend. Hij was gewoon aardig en meestal vonden we allemaal elkaar aardig. De twee economen trokken het meest met elkaar op, en ik het meest met studenten medicijnen, rechten, scheikunde en theologie. We waren letterlijk kind aan huis bij elkaar. Ik was de bonte hond met mijn gedoe met drugs en Pink Floyd en zo. Het is wonderbaarlijk hoe zo verschillende mensen toch van elkaar zijn gaan houden. Ook Wim hield van iedereen. En wij van hem.
Er werden kaarsen aangestoken. De dominee herinnerde ons eraan dat Wim vaak vrijwilligerswerk in deze kerk deed. Er waren toespraken, die afgewisseld werden met beelden uit Wims rijke leven waaronder ook een waarin onze groep in 2018 in de gang van Uilenstede 198 poseert. Er werd muziek gespeeld. The last laugh van Mark Knopfer en Van Morrison. So long, Marianne van Leonard Cohen. Here comes the sun van The Beatles. Het verstilde Una mattina van Ludovico Einaudi. Het was een mooie vredige lentedag en zonlicht scheen naar binnen. Afscheid bij de kist. Met uitzondering van enkelen die in de drukte verdwaald waren, stonden we met een groepje een minuut rond de kist. ‘Always Uilenstede 198’ stond op de kaart van ons. Eigenlijk geloof ik niet zo in de dood, want het eeuwige leven betekent dat iemand altijd bij je blijft. En iemand die mooi geleefd heeft, sterft ook mooi. ‘There are good ships and there are wood ships, the ships that sail the sea. But the best ships are friendships, and may they always be.’ Aldus de rouwkaart waarop Wim over een verre zee lijkt uit te kijken.
Na een druk samenzijn met de gebruikelijke koffie brachten onze theoloog in emeritaat en zijn vrouw me terug naar Blaricum. Nooit gedacht dat ik eens door een dominee thuisgebracht zou worden. Maar hoe verschillend we ook zijn, we houden van elkaar. En nu de pandemie uitsterft zullen we over niet al te lange tijd weer een reünie houden. Eigenlijk is dat geen re-unie, want we zijn altijd al een eenheid en dat zal zo blijven. Met Wim erbij in onze harten.
Gepost in Uit mijn leven
Geen reacties »
30 maart 2022
De vergadering van dinsdag was gewijd aan het afscheid van raadsleden hier in Blaricum. Vijf van de vijftien mensen keren niet meer terug in de raad, en daar was ik er een van. En als je maar lang genoeg in de raad hebt gezeten – in mijn geval zestien jaar – hoort daar een lintje bij. Ik heb me vaak afgevraagd wat zo’n hippie als ik nou daarmee zou moeten, alsof het iets is dat helemaal niet bij me past. Vandaar dat ik best wat tegen deze vergadering in het mooie gemeentehuis aan de Kerklaan opzag. En kennelijk heeft de koning niet mijn blogs of boek gelezen, want dan zou hij zich wel eens hebben kunnen bedenken. Ik besloot het maar over me heen te laten komen. Het werd erger dan ik vreesde, want mij was een plaatsje naast burgemeester Joan toebedeeld, zodat ik volop in de schijnwerpers zat. Tegelijk zat ik op dezelfde plek waar ik vaak rondetafelgesprekken heb voorgezeten, vaak ook met Joan naast me. Dat vond ik altijd heel leuk om te doen.
De publieke tribune was vol en net als de vier anderen voor wie het de laatste vergadering was, kreeg ik een ets van de legendarische Erfgooiersboom. We werden door verschillende mensen toegesproken. Ik door onze fractievoorzitter Willem die mij eraan herinnerde dat ik een rondetafelgesprek vaak opende met de stand van de sterren. Hij gaf me mooie kunstboeken, onder andere over de Nardinc Collectie in het Singer in Laren, waarvoor ik in de raad nog voor een subsidie had gepleit. Jan van de VVD die moest bekennen dat mijn in de wandelgangen gegeven advies om wat minder lang te praten best lastig vond. Ellewies van het CDA gaf me een mandje bloemen met een hele lieve tekst op het kaartje erbij. Joke van D66 vertelde dat zij als huisarts ook wel eens Mellie Uyldert had geraadpleegd. Partijvoorzitter Carien gaf me een prachtig ingelijste plattegrond van Blaricum en Laren anno 1939. Ramona en Leon, ook van Hart voor Blaricum, gaven me een kaartje met ontroerende woorden.
In mijn eigen toespraak liet ik verschillende dingen passeren die in de afgelopen zestien jaar waren langsgekomen. Zoals de oprichting van de BEL Combinatie. Het realiseren van de Blaricummermeent. Vernieuwing van het winkelcentrum met woningbouw in de Bijvanck. Maar ik moest ook bekennen dat mijn vertrouwen in provincie en rijk een deuk heeft opgelopen, met name door onbegrijpelijke irrationele besluiten rond de HOV in Blaricum en de dreiging van fusies die geen voordeel opleveren terwijl ze de democratie schaden. En natuurlijk het sociaal domein waar werk over de schutting richting gemeenten wordt gegooid zonder genoeg financiële compensatie ervoor. Mensen voor niets voor je laten werken, hoe heette dat ook alweer? Ik vertelde dat de gemeenteraad en alles erop en eraan toch als een thuis aanvoelde, alsof je bij een familie hoort. Natuurlijk was er veel gekibbel en onenigheid, maar ook dat hoort bij een familie. En ik sprak de hoop uit dat iedereen dat familiegevoel zou behouden, want er staan de komende tijd best pittige onderwerpen op de agenda.
Joan herinnerde me eraan dat ik vaak met Rob naar de vergaderingen fietste, wees op mijn rustige bedachtzaamheid en spiritualiteit, en vertelde dat ik wegens mijn soms fanatieke passie voor bomen en natuur ook wel eens ‘Satybomo’ werd gedoopt. En toen speldde ze me de onderscheiding op de borst, waarmee ik officieel Lid in de Orde van Oranje-Nassau werd. Foto’s. Heel officieel allemaal. Ik voelde me echt een feestvarken en dat was ik ook. Wat ik met dat lintje verder moet weet ik niet, want dat ‘uitreikversiersel’ mag je bijna nooit dragen. En áls je het mag dragen moet dat ‘passend’ op een (combinatie)pak met stropdas, lees ik in de draagwijzer die ook in het kistje zat, samen met een oorkonde en het draaginsigne dat je wél altijd mag dragen. Maar ik zie mezelf niet vaak rondlopen met dat draaglintje, zo van zie mij nou! Tegelijk was het dank zij dat lintje gisteravond, met ook na afloop veel felicitaties, heel mooi allemaal.
Ik ben me er vaak te weinig van bewust hoe mensen me waarderen, aardig vinden en van me houden, bekende ik Vriend voor het slapen gaan. Ook hij was heel blij voor me. Het gonsde nog een poos door mijn lijf zodat ik vannacht niet meteen in slaap viel. Ook van blijheid kun je wakker blijven liggen. Dank jullie wel allemaal!
Gepost in Maatschappij en politiek, Uit mijn leven
Geen reacties »
23 maart 2022
In de bus naar Almere keek ik naar de wolken. Ik vond ze mooi en vroeg me af hoe Van Gogh die geschilderd zou hebben. Een stille vrede viel over me. Dat was geen vreugde of verdriet, eerder iets dat me welkom heette en me zegende. Nog net geen tranen in mijn ogen. En dat zonder aanleiding, behalve dan dat ik kort geslapen had.
Bij Schoonenberg in de Passage stond Julius al dan niet toevallig achter de voordeur, maar hij wist dat ik een kwartiertje later zou komen omdat ik anders drie kwartier te vroeg zou arriveren. Tenzij ik via Hilversum en Muiden omreed, twee keer overstapte en een half uur langer onderweg was. Hij deed nog wat experimentjes met mijn oren door er microfoontjes of luidsprekertjes diep in te stoppen, tot vlakbij mijn trommelvliezen. Ook checkte hij nog de balans tussen links en rechts. En daar waren ze dan, mijn nieuwe gehoorapparaatjes, en toen ik ze in mijn oren had moest ik wennen aan de zee van hoge tonen in mijn hoofd. Kennelijk is het normaal om dat allemaal te horen. Gesis en geknisper, geruis en geritsel. Het verschil horen tussen een f en een s. En alles veel luider dan ik gewend was. Ik dacht dat ik er duizelig van zou worden, maar dat was niet het geval. Opeens sta ik in een heel andere wereld.
De AudioNova DX, die zijn naam helemaal waarmaakt, heeft het geweldige voordeel dat hij via bluetooth rechtstreeks met je telefoontje verbonden kan worden. Dat kon met mijn vorige toestel nog niet. Tenzij ik met een extra kastje op mijn borst ging rondlopen, maar dat vond ik teveel gedoe. Na nog wat testen en instructies wandelde ik na afloop in een bijna snijdend harde wereld van geluid naar de Grote Markt. Daar genoot ik op een bankje in de zon van het Canto Ostinato van Ten Holt, zonder dat anderen dat in de gaten hadden. De muziek klonk voller dan ik ooit gehoord had. Als ik het volume opschroefde had ik daar helemaal geen last van, iets wat bij het beluisteren van gewone geluidsboxen vaak wel piepende oren opleverde. Nu kan ik muziek zo luid spelen als ik wil, op volumes waarbij Vriend gillend het huis uit zou lopen. Zonder tinnitus dus. Zelfs achteraf had ik daar minder last van dan voorheen, en kon de wereld weer heerlijk stil worden.
Ik kan nu ook handsfree telefoneren, want er zitten ook microfoontjes in mijn gehoorapparaatjes. Als iemand belt hoef ik alleen maar boven mijn oor te tikken en kan ik net als andere zombies al pratend over straat kuieren. Het enige waar ik moet zorgen is dat mijn Pixel 3a XL een beetje in de buurt is, maar dat is bijna altijd het geval. Zo ben ik intussen een bionische mens met mijn bril, composietvullingen, pacemaker, nieuwe heup en gehoorapparaatjes. Ik vraag me soms af hoe het leven zonder al deze technische hulpmiddelen zou zijn, wat volgens sommigen ook wel ‘natuurlijk’ wordt genoemd. Wat zou er van mij overblijven als dat weer allemaal uit mijn lijf werd gesloopt? En als ik zonder smartphone zou moeten leven, wat Vriend nog steeds lukt? Maar door dit alles leef ik nog tamelijk normaal en klinkt muziek mooier dan ooit in mijn oren!
Op de terugreis luisterde ik naar Bach, en ook die klonk mooier dan ik het ooit gehoord heb. Gelukkig heb ik sinds kort Spotify, dat een geweldig groot muziekaanbod heeft en ook heel makkelijk te besturen is. Bij klassieke muziek zijn meerdere uitvoeringen van hetzelfde werk beschikbaar. En ook wat popmuziek betreft is het aanbod gigantisch, zodat ik meteen complete albums van The Beatles, Pink Floyd, REM, Coldplay, Mike Oldfield en U2 in mijn bibliotheek zette. In de bus luisterde ik naar het openingskoor van de Matthäus Passion en opnieuw daalde de stille vreugde van vertrouwen en dankbaarheid over me. Misschien klinkt muziek via oortjes, een koptelefoon of gehoorapparaten juist zo mooi omdat je hoofd er helemaal mee wordt gevuld zodat er minder ruimte voor gedachten overblijft. Je wordt één met de muziek. Nu speelt Bachs Actus Tragicus – Gottes Zeit ist die allerbeste Zeit – in mijn hoofd.
Muziek is de hoogste kunstvorm, wellicht omdat het zonder beelden is en zich daardoor bij uitstek leent om God of het goddelijke te ervaren. En voor het beleven ervan kan de techniek helpen. Ik leer opnieuw te luisteren, hoor beter welke instrumenten er spelen en wat er gezongen wordt. AudioNova: het nieuwe horen.
Gepost in Muziek, Uit mijn leven
Geen reacties »
20 maart 2022
Toen ik op 20 maart 2007 gewoon even wilde kijken wat dat veelbesproken Second Life eigenlijk was, wist ik niet waar ik aan begon. Het begrip ‘virtual reality’ sprak tot mijn verbeelding, maar eigenlijk blijkt het niets anders dan een digitaal poppenhuis met bijna onbegrensde mogelijkheden. Je begint je tweede leven met een avatar, die ik meteen Ganymede noemde en in een blauw hesje en een blauw shortje stak. Second Life bestaat eigenlijk uit een tig aantal poppenhuizen, dus ik zwierf wat rond door mezelf van het ene naar het andere te teleporteren. Mooi dat dit kan, daar zouden we in echte leven een voorbeeld aan kunnen nemen, net als vliegen. Ik vond een optrekje bij een subtropisch strand, waar je in de buurt kon dansen. Ik ben daar een of twee weken gebleven, want er waren weinig anderen te vinden. Logisch, want deze plek werd in real life door Australiërs gerund die in een aan ons tegengestelde tijdzone leven. Het land daar heette Irukandji, genoemd naar de kwal die je een erectie geeft als je erdoor wordt geprikt. Nichtenhumor.
Op zoek naar de gays in Second Life belandde ik al snel op een plek met een disco en een zwembad ernaast. Er wapperden Nederlandse vlaggen en die ‘sim’, zoals een stuk land wordt genoemd, bleek dan ook beheerd te worden door landgenoten. Er was veel bedrijvigheid, want er werden allemaal huizen gebouwd in Sweetgrass, waarvan Gib Niekerk een mooi filmpje heeft gemaakt. Ik leerde daar veel mensen kennen, met name op de party’s die er werden gegeven. Niet alleen Hollanders, maar bijvoorbeeld ook Duitsers, Amerikanen, Engelsen en Italianen. Daar ontmoette ik Robbie, die me op zijn dakterras uitnodigde en zijn legendarische woorden sprak: ‘Het is zo écht allemaal.’ Ik schrok daarvan, maar het zette me diep aan het denken over wat ‘echt’ genoemd mag worden, en over hoe virtueel virtual reality eigenlijk is. Als je een boek leest of een film ziet ben je ook in een andere wereld, en wat is daar mis mee? Ik schreef er een lang filosofisch artikel over in het spirituele tijdschrift Prana. Ik ging naar een congres in Amsterdam over Second Life, waar ik Ilja Leonard Pfeijffer hoorde zeggen dat hij niet zonder deze virtuele wereld kon.
In de loop der jaren raakte ik steeds meer bevriend met Robbie en ging ik hem helpen met de party’s die er elke zondagavond gegeven werden. Hij gaf me een villa in Sweetgrass. En inmiddels struinde ik, vaak samen met Robbie, Second Life verder af. We wandelden in prachtige landschappen, gingen skiën, maakten ballontochtjes, bezochten musea en een steampunk stad. Ik leerde hoe je dingen kon maken en bouwen en was overrompeld door de overdaad aan creativiteit die ik overal aantrof. Een plek waar je al je fantasieën kunt uitleven. Recentelijk kopte De Correspondent een interview met mij met de titel Deze Second Lifer geeft het goede voorbeeld. Vriendschappen voelen even echt aan als die in het gewone leven, misschien wel juist omdát je elkaar niet in real life ziet, maar de innerlijke fantasieën en denkbeelden deelt. Op dezelfde manier als waarop je de aanwezigheid van overleden vrienden kunt voelen. In de loop van de afgelopen vijftien jaar zijn veel vrienden gekomen en ook weer gegaan. Dat niet alleen omdat ze dit ‘spel’ niet meer spelen, maar ook omdat ze in real life te ziek werden of overleden.
Voor mij is Second Life een verrijking van real life. Ja, ook een stukje real life, want die twee werelden zijn eigenlijk niet echt te scheiden, evenmin als de schrijver van zijn boek of de componist van zijn muziek. Als ik de vijftien jaar dat ik er nu ben optel bij mijn real life-leeftijd ben ik dus eigenlijk 90. Ik heb nooit gedacht dat ik zo oud zou worden. En wat mij betreft wordt dat nog ouder, want in Second Life blijf je altijd jong.
Gepost in Second Life
Geen reacties »
17 maart 2022
Feliciteer ons maar! Mijn partij Hart voor Blaricum heeft nu 6 van de 15 ofwel 40% van de raadszetels! Samen met De Blaricumse Partij die 2 zetels haalde, behaalden de lokalen hier een meerderheid van 53%, wat landelijk maar 39% is. En zo hoort het ook. Soms denk ik dat landelijke partijen eigenlijk helemaal niet mee horen te doen met raadsverkiezingen. Want het gaat over de gemeente en niet over het land. Dat de lokale partijen opnieuw op winst staan, heeft te maken met het feit dat steeds minder mensen vertrouwen hebben in de landelijke politiek. Wij zijn nu twee keer zo groot als de VVD (en dát voor Blaricum!) die op 3 zetels is blijven staan, en drie keer zo groot als D66 dat op 2 zetels is blijven hangen. Het CDA behoudt haar ene zetel. Nieuw in de raad is PvdA/GroenLinks, die haar intrede met één zetel doet. Waarschijnlijk hebben wij onze winst voornamelijk te danken aan de nieuwe wijk Blaricummermeent waar we veel campagne hebben gevoerd.
En er ís veel campagne gevoerd! Ook zonder het budget van een landelijke partij is dat heel goed gelukt. Fractievoorzitter Willem ging vloggen. In tuinen, ook de onze, verschenen onze traditionele hartenborden met alleen een groot rood hart erop. Stevige folders met de belangrijkste standpunten werden in de drie dorpsdelen – Dorp, Bijvanck en Blaricummermeent – bezorgd, met voor ieder dorpsdeel een daarop toegespitste versie. Spandoeken. Driehoeksborden. Posters. Stickers. Jasjes. Foto’s maken bij de muziektent in het dorp. Zelf was ik wegens persoonlijke omstandigheden niet zo betrokken bij de campagne, maar afgelopen zaterdag moest ik toch even gaan kijken op de lentemarkt hier in de wijk. Op weg daarheen stond wethouder Anne-Marie in haar dooie eentje folders uit te delen bij de Coop zodat ik haar even gezelschap hield. Op de markt voerde Ramona bij ons stalletje gesprekken met jan en alleman, en was Aimée allemaal kinderen aan het schminken. Al die acties werden gecoördineerd door Han, en het was een gigantische klus om ons stevig op de Blaricumse grond te zetten. Wellicht mede vanwege zijn expertise in de schoenenwereld.
Vrouwen hadden en hebben er in Blaricum niet over te klagen dat ze ondervertegenwoordigd zijn, want landelijk is dat slechts met slechts 31% het geval. Van onze partij komen straks 3 vrouwen en 3 mannen in de raad. Ook in het college zijn vrouwen goed aanwezig, zoals onze burgemeester Joan met straks opnieuw onze wethouder Anne-Marie. Niet alleen dank zij mij was over het lhbti-gehalte in de afgelopen raadsperiodes weinig te klagen – integendeel – maar het ziet ernaar uit dat dit nu wat minder wordt. Het eind van de maand wisselt de raad, na een officieel afscheid van de oude raad en een dag later de installatie van de nieuwe raad. Alle gemeenten moeten het dan even doen met één radeloze dag. Daarna zal al snel over de coalitie onderhandeld gaan worden. Daar heb ik mijn eigen ideeën over, maar ik zal niet meer aan de onderhandelingstafel zitten. Ik heb het volste vertrouwen in de komende fractie zonder Mieke en mij, maar met het nieuwe jonge bloed van Ramona, Aimée, Natascha en Leon, die zich bij Willem en Han aansluiten.
Ook hierbij mijn felicitaties allemaal. En natuurlijk ook voor Anne-Marie, die ons overal heeft gesteund en de beste wethouder is die ik heb meegemaakt. Zet hem op!
Gepost in Maatschappij en politiek, Mijn dorp
Geen reacties »
7 maart 2022
Volgens sommigen was ik niet goed bij mijn hoofd. Velen hebben me gewaarschuwd. Want die Bhagwan was een machtswellustige sekteleider en tja, sektes, daar moest je indertijd niets mee te maken willen hebben. Er waren eind jaren 70 diverse voorbeelden van hoe het met je kon aflopen als je je daarin begaf. Toen ik voor het eerst in 1979 van Bhagwan hoorde, zat de door Jim Jones aangemoedigde zelfmoord van 909 van zijn aanhangers nog vers in het geheugen. Daarmee was het beeld geschetst dat alle sekteleiders uit waren om macht, geld en seks. Op zijn minst werd je gehersenspoeld. Daarvan getuigde ook het feit dat Bhagwan zijn volgelingen in het oranje liet rondlopen, met ook nog eens een mala met zijn afbeelding om hun nek, en met het geven van een nieuwe naam. Ik was al sinds eind jaren 60 geïnteresseerd in alternatieve religieuze stromingen. Heb een blauwe maandag aan transcendente meditatie gedaan van Maharishi Mahesh Yogi. Ja, die van The Beatles. Ik ging een bijeenkomst van Unified Family bijwonen. Naar een bijeenkomst van de Hare Krishna-beweging in Amsterdam. Ik liet me testen in een gebouw van Scientology van Ron Hubbard. Ik proefde aan alles wat er in de spirituele wereld te koop was.
Ik had trouwens ook wel wat christelijke ervaring. Mijn vader had weinig met de kerk, die vond het best allemaal. Mijn moeder was katholiek maar liet haar kinderen helemaal vrij om hun eigen pad te kiezen, hoewel ze me wel bij voorkeur naar christelijke scholen stuurde. Zo belandde ik op het Hervormd Lyceum West in Amsterdam en raakte ik actief in de Hervormde Kerk, wat uiteindelijk leidde tot onenigheid met de dominee. Later nam ik een oogje bij de Doopsgezinden, maar ook daar voelde ik me uiteindelijk niet zo thuis. Ik had ook rare hobby’s. Tijdens mijn studie aan de Vrije Universiteit leerde ik hypnotiseren, en ik won daar zelfs nog een fles wijn mee. Leuk om met vrijwillige vrienden te doen. Ik belandde in een clubje dat onderzoek naar telepathie bij kinderen deed. Berekende met veel moeite voor het eerst mijn horoscoop, iets waar je zonder computer heel lang mee bezig was. Deed parapsychologische spelletjes met vrienden op mijn studenteneenheid. Mocht parapsychologie zelfs als bijvak kiezen en belandde in de banken van professor Tenhaeff in Utrecht. Niet zo lang want tja … jaren 60 en toen waren seks, drugs en popmuziek belangrijker.
Je zou me in die jaren een spirituele zwerver kunnen noemen. Tegelijk had ik eigenlijk een eenvoudige veerman willen zijn, weggelopen uit het boek Siddharta van Hermann Hesse. De vrede, de stilte en rust, niets anders meer willen dan in je bootje mensen overzetten. Het gevoel dat alles wat je wilt er eigenlijk allang is. Op mijn studentenkamer had ik eens een dergelijke ervaring. Misschien wel voor het eerst. Jezus of Christus was voor mij niet een of andere persoonlijkheid maar een overal te voelende aanwezigheid die me zo blij maakte dat ik niet meer binnen kon blijven en naar het park buiten moest. It’s all too much. Dat zongen The Beatles in een minder bekend liedje, geschreven door George Harrison die de groep op het spirituele pad stuurde. En toen, op de eerste zonnige lentedag van 1979, liet mijn vriendin en soulmate Maria me het boek Oorspronkelijk gezicht lezen. Van Jan Foudraine, antipsychiater en auteur van de bestseller Wie is van hout, die nu opeens swami Deva Amrito heette. Over Bhagwan dus. Ik vond het wonderbaarlijk dat er ook vandaag de dag heiligen, verlichten of christussen kunnen rondlopen, want hoorden toch in het verleden thuis?
Eigenwijs als ik ben vloog ik het eind van dat jaar naar Poona, India, want ik wilde het zelf wel eens meemaken allemaal. Ik had dat jaar intussen al diverse boeken en geluidsbandjes van Bhagwan verslonden, had het meditatiecentrum op een boot in Amsterdam bezocht, en ontdekte steeds meer wat er aan de hand was. Het ging helemaal niet om indoctrinatie, geld of seks, maar was een feest van herkenning van dingen die ik diep van binnen altijd al geweten had. Dat iets wat sommige mensen God noemen niet alleen in mijn diepste zelf zit maar overal aanwezig is. Dat je kan proeven in diepe ontspanning of meditatie. Waarvoor je soms eerst al je spanningen, angsten en woede moet uitleven om het te ervaren. Bhagwan, die zich later Osho noemde, vertelde urenlange verhalen over zen, taoïsme en soefisme, over Boeddha en Jezus. Dan moest je echt helemaal stil blijven, en dat konden we in de overbeladen Buddha Hall waar ook de onconventionele meditaties plaatsvonden. Een snijdende stilte die alles doordrong. Het enige wat je hoeft te doen om van verlichting te proeven is stil te zijn, opgaan in de sfeer, je oordelende denken te vergeten, alles te accepteren zoals het is, versmelten met het Bestaan. Je lost je problemen alleen maar op door jezelf op te lossen. Simpeler kan het niet. Lezingen van Osho kan je tegenwoordig zien op Salto TV. Vriend en ik kijken deze weken vaak naar de toespraken die hij in 1986 gaf onder de mooie naam Beyond psychology.
Gedreven door het gevoel dat er meer is tussen hemel en aarde, heb ik me eigenlijk nooit thuisgevoeld in de wereld. En daardoor des te meer thuis bij gelijkvoelenden, die alleen van het leven konden genieten als een niet te serieus te nemen spel. Alsof ik me alleen thuis kan voelen in dat niet-thuis zijn. Of, om het romantisch te verwoorden, in een verlangen naar een verdwijnen in en versmelten met God, het Bestaan, of hoe je het alomtegenwoordige Het ook wilt noemen. Zelfs Bach zong Ich freue mich auf meinem Tod. En Osho heeft vaak gezegd dat sterven de culminatie van het leven is. In het leven ben ik eigenlijk niets anders dan een zwerver die hier niet thuishoort en zich juist daarom overal thuis voelt. ‘Praise God the open door, I ain’t got no home in this world anymore,’ zong The Incredible String Band juichend. Als achtjarig jongetje was ik al verliefd op zwerver Dorus en de liedjes van hem waren mijn allereerste grammofoonplaatjes. Laat mij dus maar lekker zwerven!
Gepost in Spiritualiteit, Uit mijn leven
Geen reacties »